Afscheidscollege prof. dr. D.B. Tuinzing
Onder deze titel hield op 19 november 2015 prof. dr. D.B. Tuinzing, hoogleraar Chirurgische kaakorthopedie aan het Vrije Universiteit Medisch Centrum, zijn drukbezochte afscheidscollege.
Bram Tuinzing heeft zich vanaf 1974, het ogenblik dat hij in dienst trad op de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (MKA) van dit ziekenhuis gespecialiseerd in chirurgische kaakorthopedie, ook wel chirurgische orthodontie genoemd. In die tijd werden bij de behandeling vooral segmentosteomiën toegepast. De operatie werd voorbereid met relatief eenvoudige middelen, zoals een gipsmodel en enkele röntgenopnamen. Het bereikte resultaat bleek sterk af te hangen van de lengte van het gezicht van de patiënt. Bij een relatief kort gezicht werd veel vaker een stabiel resultaat behaald dan bij een lang gezicht. Tuinzing beschreef hoe zijn werkbezoeken aan de Verenigde Staten en Oostenrijk hem hebben geïnspireerd tot een verbeterd behandelprotocol, waarin de verticale en horizontale componenten apart worden behandeld.
Hij benadrukte bij dat bij het plannen van een kaakcorrectie een goede afweging moet worden gemaakt tussen het behoud van karakteristieke trekken van het gezicht en het streven naar optimale esthetiek, aangezien het laatste vaak een ‘gemiddeld’gezicht oplevert. Om te voorkomen dat de patiënt problemen ervaart met het ‘nieuwe’ gezicht, moet vooraf een goede psychosociale anamnese worden afgenomen. Tuinzing prees zijn samenwerking met Eelco Hakman op dit terrein, maar stelde dat er nog steeds geen gebruiksvriendelijke psychosociale anamnese bestaat die mka-chirurgen kan helpen zo’n gesprek te voeren.
In de mka-chirurgie wordt tegenwoordig steeds vaker gebruikgemaakt van 3D-scanning en -printing, waardoor het uiteindelijke behandelresultaat beter kan worden voorspeld. Tuinzing maakte ook relativerende opmerkingen bij enkele hypes in de chirurgische kaakorthopedie. Volgens hem zijn trends als ‘surgery first’ en ‘regional accelarated phenomenon’ nieuwe namen voor technieken die al in de jaren 30 van de vorige eeuw werden toegepast. Het vakgebied chirurgische kaakorthopedie kent volgens Tuinzing dan ook een zekere mate van cycliciteit. Hij vergeleek het met de wisselende inzichten in de topsport, in het bijzonder roeien. Tuinzing heeft zelf als roeier in 1972 deelgenomen aan de Olympische Spelen.
Chirurgische kaakorthopedie heeft in de loop der jaren een steeds uitgebreider werkterrein gekregen. Kaakoperaties worden niet alleen meer toegepast om kaken en gebitselementen te corrigeren, maar ook bij asymmetrische groei van het gezicht, posttraumatische afwijkingen, schisis, slaapstoornissen, geslachtsidentiteitsstoornis en aangeboren afwijkingen. Daarom concludeert Tuinzing dat chirurgische kaakorthopedie meer is dan het op het eerste gezicht lijkt.