Afscheidsrede prof. dr. C. de Putter
Op 14 juni 2016 nam prof. dr. C. de Putter afscheid als hoogleraar Bijzondere Tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht. In zijn afscheidsrede gaf hij aan hoe lastig het nog steeds is om aan leken uit te leggen wat Bijzondere Tandheelkunde (BT) nu eigenlijk is. Hij memoreerde dat het vakgebied in de loop der jaren spectaculair is veranderd en feitelijk nog steeds aan het veranderen is. Een belangrijk kenmerk is in ieder geval dat de BT-zorg essentieel is en uit de verplichte hoofdverzekering wordt vergoed, in tegenstelling tot de normale tandheelkundige zorg. De scheidend hoogleraar maakte verder duidelijk dat de BT vooral patiënten behandeld met een veelheid aan ernstige ontwikkelingsstoornissen, groeistoornissen, ernstige verworven afwijkingen, oncologie, traumata, ernstig geslonken tandeloze kaken, geestelijke en lichamelijke beperkingen.
In Nederland wordt dergelijke mondzorg gegeven in 13 grote en 29 kleine centra voor bijzondere tandheelkunde. Nergens echter is deze zorg zo alomvattend als bij de afdeling Bijzondere Tandheelkunde van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, aldus De Putter.
Terugkijkend op de achterliggende 26 jaar hebben vooral de vorderingen op het gebied van de implantologie de grenzen van de BT het meest verlegd. De Putter verwees daarbij ook naar de onderzoeksgegevens uit de proefschriften van de 8 promovendi die hij op dit gebied had begeleid.
Voor de toekomst voorziet de orator een gestage groei van de BT, en binnen de centra voor bijzondere tandheelkunde een gestage vermindering van de zorgvraag voor implantaatgedragen gebitsprothesen. Ook voorspelt hij dat de zorg in de CBT’s, door de toegenomen mogelijkheden, kennis en kunde en de steeds verder gaande specialisatie, steeds complexer zal worden. Er zullen dus steeds hogere eisen worden gesteld aan de samenwerking tussen meerdere behandelaars en specialisten. Voor de medewerkers in de Bijzondere Tandheelkunde is dat niet nieuw, integendeel: zij zijn eraan gewend.