Alveoli na extractie niet spoelen
De Amerikaanse mond-, kaak- en aangezichtschirurg L. Tolstunov onderzocht het effect van het spoelen van alveoli na extractie van geïmpacteerde derde molaren in mandibulae op het ontstaan van alveolitis. Zijn voorlopige onderzoeksresultaten lieten zien dat na spoelen van de alveoli in 77,8% alveolitis optrad tegenover 22,2% zonder spoelen. Het nabloeden van de alveole bevordert de vorming van een beschermend bloedcoagulum dat gunstig is voor het herstel van het botweefsel.
In het onderzoek werden 35 patiënten geïncludeerd die allen extractie van 4 derde molaren ondergingen, bij wie de derde molaren in de mandibula waren geïmpacteerd en bij wie osteotomie en het gebruik van een boor nodig waren. De linkerzijde van de patiënt was de controlezijde. Hier werden de derde molaren via een standaardprocedure verwijderd, waarna een conventionele nabehandeling volgde bestaande uit een lichte curettage, het spoelen van de alveole met ongeveer 5 ml steriele zoutoplossing en het uitzuigen van de alveole. Aan de rechterzijde werd de standaardprocedure van verwijdering gevolgd door een lichte curettage zonder spoelen en uitzuigen van de alveole. Voor de hemostase werd aan beide zijden een gaas over de alveoli gelegd waarop de patiënt gevraagd werd te bijten. Aan beide zijden werd de buccale flap zonder hechting teruggeplaatst. Na 4 tot 7 dagen werden alle patiënten voor controle gezien en aan beide zijden onderzocht op symptomen van alveolitis.
Bij evaluatie van de 70 alveoli in de mandibulae van 35 patiënten werd bij 11 patiënten (31,4%) alveolitis gediagnosticeerd. Tolstunov veronderstelt dat dit grote aantal te maken had met het feit dat het allemaal geïmpacteerde derde molaren betrof. Twee personen met alveolitis aan beide zijden werden uit het onderzoek verwijderd. Van de overige 9 patiënten die enkelzijdig alveolitis hadden, hadden 7 dit aan de onderzoekszijde en slechts 2 aan de controlezijde.
(Bron: British Dental Journal 2012: 213; 597-601; doi: 10.1038/sj.bdj.2012.1134)