Annemarie Schuller over ‘Kies voor Tanden 2017’
In november 2018 verscheen het rapport van het onderzoek ‘Kies voor Tanden 2017’. In de komende juli/augustuseditie van 5 juli aanstaande verschijnen 2 artikelen over dit onderzoek. We vroegen Annemarie Schuller naar achtergronden en het belang van dit soort onderzoek in Nederland.
Wat was de aanleiding voor het onderzoek?
In 1995 vond een stelselwijziging plaats die voor de mondzorg ingrijpende inhoudelijke gevolgen had: volwassenen (aanvankelijk vanaf 19 jaar maar later vanaf 18 jaar) konden vanaf toen geen aanspraak meer maken op restauratieve tandheelkundige hulp vanuit het ziekenfonds maar konden zich daar eventueel wel, vrijwillig, aanvullend voor verzekeren. Periodieke controles, het verwijderen van tandsteen en instructie-mondhygiëne werden voor volwassenen echter nog steeds wel door het ziekenfonds gefinancierd. In een latere wijziging (2003/2004) werd ook die aanspraak op het preventief onderhoud voor volwassenen uit het ziekenfondspakket geschrapt. Een belangrijk uitgangspunt bij de stelselwijziging van 1995 was dat de mondgezondheid van jongvolwassenen in het algemeen zó goed zou moeten zijn dat eventuele gezondheids- en/of financiële risico’s voor hen te overzien zouden moeten zijn.
Op basis van het TNO-rapport uit 2015 concludeerde Zorginstituut Nederland in 2016 dat groepen met een laag sociaal-economische status (SES) nog steeds in het nadeel zijn wat betreft hun mondgezondheid ten opzichte van hun hoger opgeleide leeftijdsgenoten en dat daarmee de mondgezondheid en het preventief gedrag van de lage SES-groep nog steeds een punt van aandacht is voor iedereen die is betrokken bij de mondzorg. Daarnaast merkte Zorginstituut Nederland op dat er op het terrein van mondgezondheid, en dan vooral bij de lage SES-groepen, nog veel te winnen valt. Het gaat daarbij vooral om de winst die is te behalen wanneer cariës wordt voorkómen, hetgeen met de juiste (zelf)zorg goed mogelijk is. Interventies om het gebit gaaf te houden, dienen daarom vooral gericht te zijn op het verbeteren van gedrag en (zelf)zorg die cariës kunnen voorkomen, met speciale aandacht voor risicogroepen. Dit sluit naadloos aan bij de notitie 'Preventie houdt je gezonder' van het ministerie van VWS waarin het belang van preventie en gezondheidsvaardigheden wordt onderkend).
Hoe kwam het onderzoek tot stand?
In opdracht van Zorginstituut Nederland voerde TNO het onderzoek ‘Kies voor Tanden 2017’ uit. Het onderzoek werd uitgevoerd in Alphen aan den Rijn, Gouda, Breda en Den Bosch. Kinderen en jongvolwassenen van 5, 11, 17 en 23 jaar werden onderzocht. Het onderzoek betrof het invullen van een vragenlijst en het ondergaan van een mondonderzoek. Het mondonderzoek werd uitgevoerd in de TNO-bus. Die onderzoeksbus werd óf bij scholen óf op een centrale plek in de betreffende plaats geparkeerd. Zulk veldwerk vereist een behoorlijke logistiek. Immers, iedereen moet op dezelfde tijd op dezelfde plek zijn: de chauffeur met de onderzoeksbus, de tandartsen, de assistenten en de te onderzoeken personen. Tegelijkertijd dienen er vergunningen te zijn om de bus ergens te mogen plaatsen er te zijn, de nachtstalling voor de bus te zijn geregeld, verkeerspaaltjes die in de weg staan tijdelijk weggehaald, de computersystemen te werken en de school moet toch net niet een uitje hebben gepland. Het veldwerk is intensief maar met een geweldig team van hardwerkende, flexibele, oplossingsgerichte en creatieve mensen is het altijd weer een feestje. Wanneer we weer ergens staan met de TNO-bus: u bent altijd welkom om even te komen kijken!
Wat is het belang van dergelijk onderzoek?
Nederland heeft geen structureel systeem om mondgezondheid te monitoren. De gebruikte methodiek van het onderzoek 'Kies voor Tanden' leent zich er goed voor om een beeld te schetsen van de gemiddelde mondgezondheid van de jeugd in Nederland. Omdat het monitoren van mondgezondheid van belang is om zinvol beleid te kunnen bepalen, is naar mijn mening voortzetting van dit monitoringsonderzoek zeer gewenst. Het kan toch niet zo zijn dat we over een paar jaar geen idee meer hebben hoe het er met de jeugd voor staat?