Bestrijding van de ziekte van Lyme
In een recente bijdrage in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde wordt een overzicht gegeven van de diagnostiek en behandeling van patiënten met Lyme-ziekte.
De ziekte van Lyme kan op mensen worden overgedragen via de beet van een teek. Er wordt geschat dat er jaarlijks ruim 1 miljoen mensen een tekenbeet oplopen.1 Ongeveer 22.000 mensen krijgen een erythema migrans, een langzaam uitbreidende, rode huidafwijking rondom de plaats van de tekenbeet. Een kleinere groep mensen krijgt ernstigere vormen van Lyme-ziekte, die zich kenmerken door typische huidafwijkingen, gewrichtsklachten of neurologische klachten.
De meeste patiënten met deze infectieziekte zijn goed te behandelen met antibiotica. Een klein deel houdt echter klachten na een aanbevolen antibioticumbehandeling, waarbij er onduidelijkheid is of een aanvullende behandeling met antibiotica deze klachten uiteindelijk vermindert of wegneemt.
Recentelijk zijn er verschillende ontwikkelingen om de zorg voor patiënten met een verdenking op de ziekte van Lyme verder te optimaliseren. Dit is mede ingegeven door de observatie dat er steeds meer mensen met tekenbeten en met erythema migrans naar de huisarts gaan. Voor het RIVM was dit aanleiding om de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in 2010 te adviseren om alternatieve preventie- en bestrijdingsmaatregelen te onderzoeken.
Inmiddels zijn er verschillende ziekenhuizen met gespecialiseerde Lyme-centra, is er een onderzoek afgerond naar het effect van aanvullende en langere behandeling van Lyme-patiënten en is een nieuwe multidisciplinaire CBO-richtlijn ‘Lymeziekte’ verschenen. Ook is na een recent debat in de Tweede Kamer een motie aangenomen voor het oprichten van een landelijk kenniscentrum voor onderzoek naar en behandeling van patiënten met de ziekte van Lyme.
Bron: NTvG, 23 september 2014