Bijzondere tandheelkunde: trends en hippe thema’s
De bij- en nascholingsdagen van Cobijt op 25 september 2015 droegen de veelbelovende titel: Bijzondere tandheelkunde: trends en hippe thema’s. Als eerste spreker wist Luciën Engelen het gehoor te verbazen met de revolutie die techniek en digitalisering in de zeer nabije toekomst teweeg zullen brengen. Hij verwacht een toenemende inbreng van partijen die buiten de zorg hun wortels hebben en een veel grotere invloed van de patiënt. De tweede spreker, Hans van Pelt, hield een lezing van het soort waarvan de clinicus lekkerbekt. Aan de hand van veel beeldmateriaal van klinische hoogstandjes praatte hij het gehoor bij over duurzaamheid. Raoul Hennekamp, wist hierna de genetica, een complex en abstract onderwerp zo te brengen dat het ook voor de (relatieve) leek ging leven. Vooral de mogelijkheden die CRISPR cas9 zal bieden in de nabije toekomst lijken veelbelovend. Met deze methodiek wordt het mogelijk om in elk gewenst gen een gewenste verandering aan te brengen. Hennekamp relativeerde de mogelijkheid van genmodificatie in die zin dat er vaak sprake is van variabiliteit en dat ziektes veelal worden veroorzaakt door een combinatie van factoren. Hij gaf aan de ethische afwegingen als een van de grootste uitdagingen in het genetisch onderzoek te zien. Eppo Wolvius liet vervolgens met indrukwekkende beelden iets zien over zijn werk in het Craniofaciaal Centrum Nederland. In dit expertisecentrum worden vooral kinderen met complexe aangezichtsafwijkingen behandeld. Wolvius gaf aan dat het meetbaar maken van prestaties van belang is voor het bepalen van een beste behandelwijze. Hierbij speelt de waardering door de patiënt een grote rol. Judith Van Rosmalen, de volgende spreker, ging in op somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK). Voor tandartsen is het goed te weten dat het aanbieden van extra onderzoek, wat de tandarts eigenlijk overbodig vindt, doorgaans geen extra geruststelling van de patiënt oplevert. Vervolgens maakte het gehoor kennis met een initiatief van Cobijt om sprekers extra training te geven voor het spreken in het openbaar. Marijn Buikstra gaf blijk van haar bevlogenheid voor het werken met een groep patiënten die doorgaans niet als de makkelijkste worden beschouwd, de verslaafden. Ze toonde dat je aan de mond kunt zien welke drugs er worden gebruikt. Joël Kortes ging vervolgens in op zijn werk als tandtechnicus in het 3D Facelab van het UMC Utrecht. Hier staat vooral het voorspelbaar maken van een (implantaat)behandeling centraal. Tot slot liet Michiel Lieshout zien dat topsport ook voor het gebit niet zo gezond is als men wel zou denken. Factoren die hierbij een rol spelen zijn trauma’s, droge mond en energiedranken. Cobijt vierde met dit congres haar 25-jarig bestaan. Als men dit niveau weet te behouden zullen de nascholingsdagen van Cobijt nog een lang leven beschoren zijn.