Capaciteitsplan 2013 voor opleidingen mondzorg
Op de vraag hoeveel personen tot mondzorgverlener moet worden opgeleid, geeft het Capaciteitsplan 2013 antwoord. Op 21 oktober 2013 werd dit plan door de ‘Stichting Capaciteitsorgaan voor medische en tandheelkundige vervolgopleidingen’ aan de minister van VWS aangeboden.
Voor de opleidingen in de eerstelijns mondzorg (deelrapport 3) wordt geadviseerd de instroom in de tandartsopleiding uit te breiden met 47 plaatsen (huidige instroom: 240) en de mondhygiënistopleiding met 9 (huidige instroom: 300).
Het vorige advies van 2010 kwam voor tandartsen aanzienlijk hoger uit dan 287. Dit lag op 374. De belangrijkste verklaringen is dat de instroom van buitenlandse tandartsen aanzienlijk verder is gegroeid en dat rekening is gehouden met het feit dat er tandartsen zijn die tot op hogere leeftijd (65+) actief blijven in het beroep.
Ook voor mondhygiënisten was het vorige advies hoger. Het advies lag in het Capaciteitsplan van 2010 op 358. De belangrijkste verklaring is dat er meer inzicht is gekomen in het interne rendement van de opleiding en dat het huidige rendement van 70% zal aanhouden of wellicht nog zal verbeteren.
Voor de mka-chirurgen komt het gemiddelde uit tussen de 10 en 11, voor de orthodontie op 9. De veel lagere uitkomst ten opzichte van 2010 heeft als verklaring dat de buitenlandse instroom weer is meegewogen. Jaarlijks stromen 3 buitenlands gediplomeerde mka-chirurgen in. Dit leidt tot bijstelling naar beneden van het advies. In de jaren voor 2010 lag het advies op een instroom van 13. Ook de orthodontie kent buitenlandse instroom, maar dat betreft Nederlanders die na een opleiding in het buitenland weer terugkeren naar Nederland. Voor de orthodontie daalt de demografische vraag sterk, maar er vindt ook enige taakherschikking plaats van de tandartsen naar de orthodontie. Daarom wijkt dit gemiddelde van 9 niet af van het advies in 2010.
(Bron: Capaciteitsorgaan, 21 oktober 2013)