Centrale rol van MKA-chirurg bij multidisciplinaire behandeling van aangezichtsletsel

Het NTvG van 15 mei j.l. schetst een beeld van de dilemma’s en de multidisciplinaire samenwerking bij een patiënt met aangezichtsletsel.

Door de complexiteit van aangezichtstrauma spelen veel factoren een rol bij de opvang en behandeling. Gesteld wordt dat het belangrijk is dat 1 coördinerend specialisme wordt aangewezen dat dit proces in goede banen leidt. De MKA-chirurg speelt hierin een belangrijke rol.

Ongeveer een kwart van de multitraumapatiënten heeft aangezichtsletsel, wat meestal leidt tot verlies van vorm en functie. In de acute en reconstructieve fase van aangezichtsletsel zijn verschillende specialismen betrokken, zoals mondziekten-, kaak- en aangezichtschirurgie, kno-heelkunde, plastische chirurgie, oogheelkunde en tandheelkunde.

Tijdens de opvang van een multitraumapatiënt met aangezichtsletsel moet men extra bedacht zijn op een bedreigde ademweg door bijvoorbeeld een zwelling, bloeding of gebitselement dat de luchtweg blokkeert. Daarbij komt dat iedere patiënt met aangezichtsletsel per definitie ten minste licht schedel-hersenletsel heeft.

Naast acute en levensbedreigende problematiek, is bij de meeste patiënten met aangezichtsletsel sprake van verlies van vorm en functie. Bij verlies van vorm kan worden gedacht aan littekenvorming na laceraties of een verminderde benige projectie bij fracturen. Functieverlies kan onder andere bestaan uit visusverlies, diplopie, hypesthesie, neuspassageproblematiek, occlusiestoornissen en/of mondopeningsbeperkingen.

Bij de behandeling van aangezichtsletsel staat herstel van de vorm, functie of beide centraal. Het bijzondere van het aangezicht is dat het een relatief kleine, maar complexe anatomische regio is waar diverse vakgebieden actief zijn, zoals mondziekten, kaak- en aangezichts(MKA)-chirurgie, kno-heelkunde, plastische chirurgie, oogheelkunde, neurochirurgie, maar in een later stadium ook tandheelkunde en orthodontie.

Via de MKA-chirurg kan de kno-arts, de oogarts of de plastisch chirurg bijtijds worden geconsulteerd. In een latere fase dient de samenwerking te worden voortgezet door bijvoorbeeld optimalisatie van de gebitssituatie door tandarts of orthodontist, een secundaire septorinoplastiek door de kno-arts, een oogspiercorrectie door de oogarts of lipofilling ter correctie van contourdefecten door de plastisch chirurg.

(Bron: NTvG, 15 mei 2017)