Cobijt nascholingsdagen ‘Schisis, een kloof vol uitdagingen’
Congresnieuws
Op vrijdag 22 en zaterdag 23 september vonden in Soesterberg de jaarlijkse bijscholingendagen plaats van COBIJT, het Centraal Overleg Bijzondere Tandheelkunde. Ditmaal werden allerlei aspecten van schisis behandeld onder leiding van moderator Bieke Kreps. Het NTVT was aanwezig op de vrijdag.
Op deze dag behandelde Geerling Langenbach, bioloog verbonden aan ACTA, de normale ontwikkeling van het aangezicht en gehemelte tijdens week 5 tot 9 van de embryonale ontwikkeling. Als bepaalde structuren niet fuseren kan een lipspleet ontstaan, terwijl schisis van het palatum wordt veroorzaakt als tijdens deze embryonale fase de tong te groot is, de mond te klein of te weinig mesenchym aanwezig is.
Daarna behandelde Mariska van Veen van het Sophia Schisis Team uit Rotterdam het zorgtraject van kinderen met schisis door een multidisciplinair schisisteam waar naast een orthodontist, een kindertandarts, een mka-chirurg en een plastisch chirurg ook vaak een logopedist en een kno-arts deel van uitmaken. Bij een lipspleet begint de zorg vaak al prenataal en duurt voort tot de leeftijd van 22 jaar.
Ietske Siemann, GZ-psycholoog, ging in op hechting: de duurzame emotionele affectieve band tussen ouder en kind. Bij kinderen met schisis is de kans op hechtingsproblemen vergroot, omdat de ouders moeten leren omgaan met het gegeven dat hun kind een zichtbare afwijking heeft. Onder geadopteerde kinderen komt schisis vaker voor, en deze kinderen hebben door hun adoptie ook al een grotere kans op hechtingsproblemen. Hechtingsproblemen kunnen ook gevolgen hebben voor de tandheelkundige behandeling, doordat een kind met hechtingsproblemen meer angst heeft voor aanrakingen en onbekende zaken.
Marloes Nienhuijs, mka-chirurg in het RadboudUMC, benadrukte het belang van een teamaanpak en gaf aan dat de zorgprotocollen tussen de 7 schisiscentra verschillen omdat het erg moeilijk is gerandomiseerd klinisch onderzoek te doen naar optimale zorg. Met zeer illustratieve video’s behandelde zij achtereenvolgens de chirurgische aspecten van lipsluiting, gehemeltesluiting en kaaksluiting. Secundaire correcties van de neus dienen pas na de kaakoperatie(s) plaats te vinden omdat anders de vorm van de neus weer verandert.
Na de lunch presenteerde Lieke Blokland en Willemijn Schulte verschillende restauratieve strategieën bij schisis. Toepassing van een etsbrug bij een defect heeft bij 80-85% van de patiënten gedurende 5 jaar succes. Hiervoor is echter een goede radixconditie essentieel. Voor de etsbrug wordt in toenemende mate lithiumsilicaat toegepast. Implantologie voor de behandeling van een defect is afhankelijk van botvolume en –kwaliteit. Ook is implantologie niet mogelijk bij kinderen die nog in de groei zijn. Soms is een defect te groot voor een etsbrug of implantaat. In dat geval is een uitneembare voorziening noodzakelijk.
Een op de 3 mensen met een zichtbare aandoening ervaart daarvan negatieve psychosociale gevolgen. Klinisch psycholoog Jolanda Okkerse besprak het programma Face It. Dit in Engeland ontwikkelde onlineprogramma vermindert sociale angstklachten van mensen met een zichtbare aandoening en zou daardoor ook geschikt zijn voor mensen met schisis. Face it geeft inzicht in gedrag van omstanders, bijvoorbeeld dat staren niet automatisch op negatieve bedoelingen duidt. Ook geeft het programma handvatten om de interactie met omstanders aan te gaan.
Bibi van de Loo, Anne van de Ven en Rianne Seekles, oprichters van de website www.wijhebbeneenschisis.nl bespraken op indrukwekkende wijze de impact die schisis op hun leven heeft gehad. Zij vertelden openhartig over de onzekerheid die een schisis geeft tijdens je pubertijd, die wordt verhevigd door het verschrikkelijke pestgedrag van medescholieren over je afwijkende uiterlijk. Volgens hen bezorgt dit pesten diepere littekens dan alle medische behandelingen samen.
Kortom, een uitgebalanceerd programma met veel goede sprekers.
dr. Henk Brand, redacteur