De ENDO-Richtlijn
Voor deze zaterdagcursus op 7 maart 2015 van de Nederlandse Vereniging voor Endodontologie (NVvE) was enorm veel belangstelling. De organisatie moest zelfs de grootste zaal van Hotel Okura afhuren om alle congresgangers een plek te bieden.
Als eerste spreker op deze dag legde Hans de Beer, zelfstandig adviseur richtlijnontwikkeling, uit dat richtlijnen aanbevelingen zijn waar men alleen beargumenteerd en gedocumenteerd van mag afwijken. Richtlijnen zijn deels gebaseerd op wetenschappelijke onderzoeken. Maar die onderzoeken zijn niet altijd vergelijkbaar omdat ze vaak verschillende definities hanteren voor dezelfde onderwerpen. Ook worden de metingen soms gedaan door een onderzoeker die al bekend is met de groep proefpersonen, waardoor er bias ontstaat. Klinische experts spelen daarom eveneens een grote rol bij het vaststellen van richtlijnen.
Luc van der Sluis gaf vervolgens meer inzicht in de preventieve endodontie. Zijn advies was: begin bij diepe cariës eerst eens met een indirecte pulpaoverkappingen en pas bij reversibele en ook bij irreversibele pulpitis geen pulpectomie toe, maar een pulpotomie. Het afdekken van de wortelkanalen kan met mineraaltrioxideaggregaat (MTA), biodentine of Vitrebond®; er is geen evidence over de beste toepassing. Hij adviseerde bij vitale kanalen 3-4 mm van de apex te blijven en bij vitaliteit alleen elektronisch lengte te bepalen.
Aukje Bouwman en Machteld Siers gaven hierna een duo-presentatie, waarbij ze een aantal complicaties in de endodontologie bespraken. Wat bijvoorbeeld te doen als zich tijdens een spoeddienst iemand presenteert met een gebitselement met een afgebroken vijl in het wortelkanaal? De beantwoording via stemkastjes toonde dat de congresgangers enthousiaste doeners zijn: een groot deel koos er voor om dan toch maar even dat vijlfragment te verwijderen. Echter, de presentator gaf aan dat dit pas na langdurige pogingen was gelukt. Ook koos 40% van de aanwezigen voor het plaatsen van een kroon op een endodontisch behandeld gebitselement met een geringe zwarting, terwijl naderhand het advies werd gegeven toch vooral een afwachtende houding aan te nemen.
Linda Peters’ bijdrage luidde het middagprogramma in. Ze betoogde dat een wortelkanaalbehandeling in principe eenvoudig is. Het vijlen is slechts bedoeld om de irrigatievloeistof zo goed mogelijk in de asymmetrische en vertakte kanalen te kunnen brengen en daarbij is natriumhypochloriet nog altijd het beste reinigingsmiddel. Het ultrasoon activeren van het spoelmiddel lijkt een goede toevoeging, maar is voorlopig alleen in vitro aangetoond.
Hagai Semesh legde de aanwezigen een röntgenopname voor van een 5 jaar geleden endodontisch behandeld gebitselement zonder klachten, maar met een kleine apicale zwarting. De vraag was of dit acceptabel is of dat men moet kiezen voor ingrijpen. 37% koos voor actief ingrijpen. Semesh raadde echter ook hier aan om af te wachten. Hij heeft een beslisboom opgesteld om tot een betere afweging te kunnen komen (www.shemesh.nl).
De dag werd afgesloten door Amir Moinzadeh die met Hagai Shemesh onderzoek doet naar vulmaterialen. Hij onderzoekt niet alleen MTA en kunstharscementen, maar ook de veelbelovende zogenoemde ‘single cone-techniek’ voor afsluiting van het wortelkanaal.
Al met al een leerzame NVvE-cursusdag die door moderator Geerten-Has Tjakkes, parodontoloog(!), vaardig en humoristisch aaneen werd geregen.