De endodontische misser
Op 22 maart 2014 werd het voorjaarscongres ‘De endodontische misser’ van de Nederlandse Vereniging voor Endodontologie (NVvE) in Amsterdam gehouden.
Moderator Luc van der Sluis pleitte in zijn opening voor meer ‘practise-based’ onderzoek in de endodontologie. Daarna betoogde de Belgische endodontoloog Koen Ackx in de jaarlijkse Hans Genetlezing dat missers bij endodontische behandelingen nauw verband houden met enerzijds het opsporen van het aantal wortelkanalen en anderzijds met het verwijderen van te veel dentine. Tandartsen-algemeen practici zijn erbij gebaat de pulpakamers systematisch te onderzoeken, waarbij kennis van de vorm van de diverse pulpakamers uitermate belangrijk is.
De Duitse endodontoloog prof. dr. Hülsmann stelde vervolgens vooral het voorkomen van en het handelen na problemen die bij endodontische behandelingen kunnen optreden, aan de orde. Hij noemde onder meer de breuk van instrumenten, weefselbeschadigingen, zenuwbeschadigingen, allergieën, perforaties en de gevolgen van te ver doorgevoerde irrigatie. Onderzoek op deze gebieden is lastig uit te voeren. De uitspraken (van deze 'master of disaster', zoals hij zichzelf omschreef) waren daarom veelal gebaseerd op in de literatuur gepresenteerde casus. Die problemen als gevolg van endodontische behandelingen kunnen overigens voor de patiënt vrij akelig zijn. Niet duidelijk werd wanneer er nu bij dergelijke missers sprake is van een complicatie, een fout zonder grote gevolgen of een verwijtbare fout.
Hierna betoogde Tristan Staas dat het soms verstandig is tijdig te extraheren en daarna direct te implanteren. Echter, "extraheer dan niet alvorens er een adequaat behandelplan is opgesteld", zo waarschuwde hij. Staas adviseerde de toehoorders in de zaal goed na te denken over de keus voor veel paro-/endo-behandelingen voor het behoud van een frontelement en vroeg zich af of die behandelingen voor de patiënt wel opwegen tegen de vaak succesvolle mogelijkheid van het immediaat implanteren.
Tijmen Hiep, tandarts/jurist in het gezondheidsrecht, besprak de juridische implicaties van endodontische complicaties en gaf een overzicht van de huidige regelgeving. Vanwege de toename van het aantal claims tegen zorgverleners, wordt het voor de wetgever tijd ook na te denken over bescherming van zorgverleners, aldus Hiep.
Tot slot gaf endodontoloog Walter van Driel een demonstratie van een opnieuw uitgevoerde wortelkanaalbehandeling met behulp van een microscoop. Hij wees op het belang van het opnieuw openen van de pulpakamer van een lang geleden behandeld gebitselement, om na te gaan of een goed resultaat van een eventuele kroonpreparatie wel kan worden gewaarborgd.