De tandheelkundige zorg tot 18 jaar
Op 14 en 15 november 2013 vond het congres ‘De tand in al zijn facetten’ plaats. De congresdag van 15 november omvatte 4 programmaonderdelen, waarvan hier het onderdeel 'De tandheelkundige zorg tot 18 jaar' wordt besproken.
Al bij de eerste spreker, Jan Derksen, bleek de brede scope van het dit ongres. Hij poneerde de stelling dat de jeugd en daarmee ook de samenleving steeds meer narcistische trekjes vertoont waardoor de bevolking extraverter wordt en meer op zichzelf en op het nastreven van de eigen doelstellingen gericht. Dafydd Evans en Nicola Innes gingen vervolgens in op de Hall-techniek, waarbij kronen bij kinderen worden geplaatst zonder preparatie. Hoewel het plaatsen van deze kronen toch niet erg zachtzinnig gaat, bleken patiëntjes deze behandelwijze van approximale cariës beter te verdragen dan de conventionele. Niet duidelijk werd in hoeverre de tijdelijke optredende occlusieproblemen schadelijk kunnen zijn. Een punt waar meer aandacht aan besteed had mogen worden, is de mogelijkheid van een nikkel- of chroomallergie.
Ivo Krejci stelde, als derde spreker, dat de bevolking langer leeft en ook langer met zijn dentitie wil doen. Om dit te bereiken moet in de eerste plaats aandacht zijn voor preventie en vroege diagnostiek. Vervolgens ging Krejci uitgebreid in op de voordelen van minimaal invasief restaureren, waarbij de nadruk ligt op het behoud van de structuur van het gebitselement. Wil in Nederland dit concept algemeen ingang vinden dan is een andere denkwijze van niet alleen tandartsen maar ook van bijvoorbeeld zorgverzekeraars noodzakelijk.
Vervolgens ging Marijn Créton in op ontbrekende laterale incisieven. Op heldere wijze besprak ze de verschillende mogelijkheden om de diastemen te sluiten. Omdat het hier diastemen in het front betreft, besteedde ze gelukkig veel aandacht aan de esthetiek, niet alleen van het front zelf, maar ook van het profiel van de patiënt. Wanneer de laterale incisieven ontbreken is een diasteem vaak al een gegeven. Dit is niet altijd het geval wanneer premolaren afwezig zijn. Marco Cune en orthodontist Sandy van Teeseling beantwoordden dan ook allereerst de vraag wat de gevolgen zijn van de beslissing bij ontbrekende premolaren de melkelementen te behouden. Volgens hen dienen deze melkelementen in ieder geval verwijderd te worden wanneer ze ankylotisch zijn. Daarna kwamen de behandelmogelijkheden die in aanmerking komen om het zo ontstane diasteem op te vullen voor het voetlicht. Opvallend was het succes van autotransplantatie en het plaatsen van korte implantaten.
Tot slot besprak mka-chirurg Jacques Baart de, meestal tijdelijke, complicaties bij het verwijderen van een derde molaar in de onderkaak. Op basis hiervan werd preventieve verwijdering als standaardtherapie afgeraden. Aan de hand van een groot aantal casus maakte Baart duidelijk wanneer er wel en wanneer er niet een indicatie voor extractie bestaat. Al met al een prima bestede dag.
(W.G. Brands, hoofdredacteur)