De tandheelkundige zorg voor ouderen (55+)
Op 14 en 15 november 2013 vond het congres ‘De tand in al zijn facetten’ plaats. De congresdag van 15 november omvatte 4 programmaonderdelen, waarvan hier het onderdeel 'De tandheelkundige zorg voor ouderen (55+)' wordt besproken.
De titel van dit interessante programma was enigszins misleidend, want veel van de onderwerpen die werden besproken zijn ook voor jongere patiënten van belang. Zo liet Hein de Kloet aan de hand van een groot aantal patiëntcasussen zien dat door adhesieve tandheelkunde met composiet ingrijpende behandelingen vaak uitgesteld kunnen worden of zelfs overbodig zijn. Oude restauraties waaraan niet getwijfeld wordt, kunnen worden gezandstraald en worden ingebouwd in nieuwe restauraties. Toepassing van digitale beeldbewerking kan patiënten tevoren een goed beeld geven van het te bereiken resultaat. Sjoerd Smeekens benadrukte dat je als tandarts niet alleen weefselverlies moet restaureren, maar ook de achterliggende oorzaak moet analyseren. Dit kan bijvoorbeeld met een zogenaamde Tekscan™, een apparaat waarmee nauwkeurig de verdeling van de drukkrachten over de gebitselementen kan worden gemeten. Egon Euwe besprak stap-voor-stap de praktische details van het plaatsen van een implantaat. Voor een optimaal resultaat adviseerde hij op het implantaat eerst een noodvoorziening te plaatsen zodat een stabiele situatie kan worden gecreëerd. Deze tijdelijke voorziening kan gedurende een ‘testperiode’ worden geoptimaliseerd waarna de uiteindelijke vorm overgenomen kan worden voor de definitieve opbouw. Bij het plaatsen van implantaten is de optimale positie essentieel. Euwe benadrukte dat deze locaties sterk kunnen afwijken van de positie van de originele gebitselementen, in het bijzonder bij edentate patiënten en patiënten met een sterk verwaarloosde dentitie. Bij laatstgenoemde patiënten moet men niet te vroeg beginnen met extraheren. Het zou beter zijn om het geplande eindresultaat door middel van een uitneembare voorziening eerst te visualiseren en uit te proberen.
Bruno Loos ging in zijn presentatie in op de associaties van parodontitis met hart- en vaatziekten en diabetes mellitus. Behandeling van parodontitis geeft bij diabetes mellitus type 2-patiënten een significante verbetering van de bloedsuikerspiegel. Het Nederlands Huisartsen Genootschap heeft daarom besloten dat huisartsen vanaf volgend jaar bij diabetespatiënten naar de mondgezondheid moeten informeren en eventueel verwijzen voor een tandheelkundige behandeling. Erik van der Meij behandelde op interactieve wijze de kenmerken van leukoplakie en erytroplakie van het mondslijmvlies. Hierbij geldt “rood is gevaarlijker dan wit” aangezien erytroplakie vaak carcinoma in situ of plaveiselcelcarcinomen betreft. Hoewel behandeling van leukoplakie geen reductie van de kans op maligne ontaarding geeft, wordt behandeling met laser of ‘lip shaving’ door van der Meij aanbevolen, gevolgd door 3 á 6 maandelijks controle, om te voorkomen dat men later inadequate behandeling wordt verweten. Erik Scherder wees op het feit dat kauwen de doorbloeding van de witte stof in de hersenen bevordert. Kauwgomgebruik verbetert de geheugenfunctie in gezonde vrijwilligers, wat suggereert dat een goede kauwfunctie van groot belang is bij patiënten met een beginnende dementie.
(H.S. Brand, redactiemedewerker)