De toewijding van patiënten
Net als veel beginnende tandartsen werk ik in verschillende praktijken. Niet elke dag van de week ben ik dus op dezelfde locatie te vinden, en soms moeten patiënten even wachten voor een afspraak. In de zorginstelling, waar ik 2 dagen per week ben, is een van mijn patiënten een vrouw van rond de 35, klein, mager, ze draagt een pruik en ziet er, net als haar gebit, versleten uit. Een half jaar geleden zag ik haar voor het eerst.
De tandarts werkt hier op basis van een machtiging van de verzekering en dat houdt onder meer in dat mijn behandelplan niet té uitgebreid kan zijn. Voor mijn patiënte in de behandelstoel is de inzet om zoveel mogelijk gebitselementen in de onderkaak te behouden, de bovenincisieven te restaureren en voor de bovenkaak een partiële kunststof plaatprothesete maken. Tijdens de eerste behandeling lijkt de vrouw doodsangsten uit te staan, maar gaandeweg gaat het steeds beter en komen we samen prima door de behandelingen heen.
Op een van de vervolgafspraken komt de vrouw enigszins verdrietig binnen en vertelt dat ze wordt overgeplaatst naar een kliniek verder van onze praktijk vandaan. Ze zegt echter vast van plan te zijn de behandeling af te maken en daarvoor de paar euro die ze nog heeft te gaan investeren in het openbaar vervoer richting tandartspraktijk. Dat is nogal wat vind ik, en ik raad haar toch aan een praktijk in de buurt te zoeken. Maar ze wil er niets van weten: Ik wil bij jou blijven!”, zegt ze.
Een paar weken later zit ze lachend en dolgelukkig met een spiegel in haar hand naar haar gebit te kijken. We zijn klaar. ”Tot over een half jaar”, zwaai ik haar na, niet wetend dat ik haar binnen 3 maanden met een extreem gezwollen gezicht terug zou zien.
Ik schrik ervan als ik haar zie binnenkomen en ga op zoek naar de veroorzaker. Gebitselement 22 blijkt aangedaan en geeft de enorme zwelling van het gezicht. Ik maak een endodontische opening en het pus baant zich gelijk een weg naar buiten. Als ik het gebitselement met geen mogelijkheid droog krijg, zeg ik tegen mijn patiënte dat ze buiten 2 uur lang aan haar tand moet gaan zuigen. Als ze daarna weer in de behandelstoel zit, maak ik een tijdelijke afsluiting en ik laat haar de volgende dag terugkomen. Van de zwelling is bijna niets meer over en de vrouw vliegt me om de nek.
Als ze weg is laat ik het gebeuren nog eens de revue passeren: mevrouw zet haar weinige euro’s in om de behandeling koste wat het kost af te maken, binnen 3 maanden zie ik haar terug met een gezwollen gezicht, ze moet vervolgens 2 uur lang over straat slenteren met de opdracht aan haar tand te zuigen en dan nog wordt de tandarts omhelsd! Mooier dan dit krijg je de tandheelkunde niet.
Lisa Vermeulen, tandarts