× ABONNEREN

Diagnostiek in de praktijk

4 november 2014 B.B.M. Kemp, G.A. van der Weijden Geen reacties

Op 31 oktober 2014 hield Bureau Kalker in de RAI in Amsterdam het congres ‘Diagnostiek in de praktijk’, dat met grote belangstelling werd bezocht.

De eerste spreker, Denise van Diermen, gaf aan alert te zijn bij een blijvend ongezonde mond, want de oorzaak zou medisch kunnen zijn. Bij het vermoeden van bijvoorbeeld diabetes, leukemie of het syndroom van Sjögren moet naar de huisarts worden verwezen. Omdat medicatie onverwachte bijwerkingen kan hebben, zoals ernstige gingivitis bij gebruik van de maagzuurremmer omeprazol, riep Van Diermen tandartsen op om bijwerkingen van geneesmiddelen door te geven aan Lareb (www.lareb.nl).

In een 6-stappenplan gaf Ad de Jongh de toehoorders handvaten waarmee een psychisch ziektebeeld kan worden herkend. Ook gaf hij een praktische tip indien patiënten snel flauwvallen: zorg ervoor dat de bloeddruk van de patiënt hoog blijft door de patiënt alle spieren te laten aanspannen.

Jules Hesse toonde dat een geblokkeerde discus goed manueel te behandelen is. Knappen in het kaakgewricht komt bij 65% van de bevolking voor. Als er geen pijnklachten zijn, kan afgewacht worden. Verergering treedt zelden op. Hoofdpijn door klemmen kan behandeld worden door de onderkaak met een splint tijdelijk naar voren te houden, waardoor de musculus temporalis gedeactiveerd is. Risicofactoren voor TMD zijn vooral van psychosociale aard en medische predispositie, zoals ‘losse’ gewrichten.

Verticale vertakkende barstjes in het glazuur worden vaak te laat behandeld. Volgens Jan Berghmans komt dat doordat de barsten die een gebitselement bedreigen geen symptomen geven. Bij een scheurtje onder een knobbel ontstaat ‘loslaatpijn’. Berghmans beveelt aan dan de knobbel te verlagen en te overkappen. Een endodontische behandeling moet altijd gevolgd worden door een totale knobbeloverkapping.

Guus van Strijp besprak het opstellen van een behandelplan bij actieve cariës. Belangrijk is het vaststellen van het cariësrisico, waarbij een cariësrisico-vragenlijst nuttig is. Ook het cariësverleden is een indicator voor toekomstig risico.

Dick Barendrecht waarschuwde vervolgens dat er vaak met te hoge druk wordt gesondeerd, waardoor de gingiva dan niet door gingivitis bloedt, maar door trauma. Aangezien het gingivale complex met het tandoppervlak is verkleefd, zal na een parodontale behandeling bij hard duwen met sonderen door de verkleving heen worden geduwd en wordt opnieuw dezelfde pocketdiepte gemeten. De optimale sondeerdruk is 25 gram, ongeveer zoveel als wanneer de pocketsonde aan het einde wordt vastgehouden.

Erwin Berkhout legde uit dat een panoramische röntgenopname het botniveau niet goed weergeeft vanwege de inschietrichting vanuit de nek. De frequentie van het maken van röntgenopnamen is afhankelijk van het cariësrisico en varieert tussen 6 en meer dan 24 maanden. Indien hiervan wordt afgeweken, moet de reden in het dossier worden vermeld.

Michiel de Cleen betoogde ten slotte dat er geen goede test is voor het vaststellen van een (ir)reversibele pulpitis. Het blijft gissen en soms is de remedie dan afwachten. Soms kunnen vragen als “houdt de kies je uit de slaap? Heeft de kies eerder pijn gedaan? Blijft de kies een paar minuten bonken? Ontstaat het bonken spontaan?” helpen. Hij toonde beeld van interne resorpties die goed behandeld kunnen worden en van wortelfracturen waarbij een smalle diepe pocket aanwezig is. Extractie blijkt dan de enige oplossing.

Winkelmandje

Er zitten geen programma's in het winkelmandje