Effect jaw thrust groter dan verwacht
Promotie P. E. Vonk
Bij patiënten met obstructieve slaapapneu (OSA) bleek het effect van jaw thrust groter dan verwacht werd op basis van de behandelresultaten van een mandibulair repositie apparaat (MRA). De jaw thrust is een alternatieve methode voor het ‘liften’ van de kin om de luchtweg vrij te maken. Het effect van laterale hoofdrotatie, een manier om zijligging te stimuleren, was daarentegen kleiner dan verwacht werd. Deze conclusies trok Patty Vonk naar aanleiding van de resultaten van haar promotieonderzoek aan de afdeling Keel-, Neus- en Oorheelkunde van het OLVG.
De onderzoeken in het proefschrift van Vonk zijn gericht op het effect van lichaamshouding en de uitvoering van verschillende passieve manoeuvres tijdens medicamenteusgeïnduceerde slaapendoscopisch onderzoek (drug-induced sleep endoscopy, DISE) onder patiënten met OSA. Het uiteindelijke doel is het verbeteren van de resultaten van zowel chirurgische als niet-chirurgische behandelingen voor OSA.
Uit de onderzoeken bleek dat de bovenste luchtwegobstructie gemeten tijdens DISE, bij patiënten met jaw thrust of een boil-and-bite MRA, maar een geringe tot matige overeenstemming vertoonden. In het geval van DISE als diagnosticum voor niet-chirurgische interventies van OSA, zal men rekening moeten houden met deze bevinding.
Daarnaast lijken preoperatieve kenmerken in positionele OSA (OSA als gevolg van de slaaphouding), zoals de BMI, de chirurgisch behandeling positief te beïnvloeden. Dit in tegenstelling tot patiënten met niet-positionele OSA. Onduidelijk blijft of positieafhankelijkheid een positieve of negatieve voorspeller is. De grootste verschillen en verwachte postoperatieve veranderingen van de apneu-hypopneu-index (AHI) traden op in niet-rugligging. Het onderzoek suggereert dat het chirurgisch succes bij patiënten met positionele OSA lager is omdat de preoperatieve AHI in niet-rugligging bij niet-positionele OSA-patiënten al gunstiger is.
Op 24 januari 2020 promoveerde Patty E. Vonk aan de Universiteit van Amsterdam op haar proefschrift ‘The role of drug-induced sleep endoscopy and position-dependency in the diagnostic work-up of obstructive sleep apnea’. Promotor was prof. dr. N. de Vries en copromotoren waren dr. M.J.L. Ravesloot en dr. J.P. van Maanen.