Effecten van titanium-nanodeeltjes in tandpasta niet volledig uit te sluiten
Titaniumdioxide wordt toegepast in allerlei producten, waaronder tandpasta (aangeduid als CI 77891). Een klein deel van de slecht oplosbare titaniumdioxidedeeltjes in dit witte poeder is kleiner dan 100 nanometer, en wordt daarmee als nanodeeltje beschouwd. Nanodeeltjes kunnen zich anders gedragen dan de grotere deeltjes van dezelfde chemische stof. De kleine deeltjes hebben een relatief groot oppervlak en kunnen daarmee mogelijk reactief zijn en toxiciteit veroorzaken. Voor titaniumdioxide is geen grens gesteld voor de hoeveelheid die een mens dagelijks mag binnenkrijgen.
Vanwege deze inzichten heeft het RIVM, in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gekeken naar mogelijke gezondheidsrisico’s van titaniumdioxide nanodeeltjes. De bevindingen zijn onlangs gepubliceerd in Nanotoxicology.
In het onderzoek schatte het RIVM allereerst hoeveel de Nederlandse consument aan titaniumdioxide en titaniumdioxide nanodeeltjes binnenkrijgt via voeding, voedingssupplementen en tandpasta. Dit is gedaan op basis van gemeten concentraties in voedingsmiddelen en in tandpasta en gekoppeld aan informatie over de inname. Hieruit blijkt dat de blootstelling aan titaniumdioxide nanodeeltjes voornamelijk afkomstig is van tandpasta (voor kleine kinderen die tandpasta doorslikken), snoep, koffiecreamer, bak- en taartdecoratie-producten en witte sauzen.
Vervolgens is een risicobeoordeling uitgevoerd, waarbij de concentratie titaniumdioxide nanodeeltjes in de lever van de mens is geschat en vergeleken met de concentratie waarbij in de lever van proefdieren nadelige effecten werden gevonden. In de schattingen is ook de stapeling van deze deeltjes in de tijd meegenomen. Op basis van dit onderzoek blijkt dat levereffecten niet kunnen worden uitgesloten. Om de effecten van langdurige blootstelling te kunnen volgen, wordt verder onderzoek aanbevolen.
De European Food Safety Authority (EFSA) heeft in september 2016 haar beoordeling van het voedseladditief E171 gepubliceerd. Hierin zijn ook de resultaten van het RIVM onderzoek meegewogen. EFSA concludeert echter dat bij het huidige gebruik en op basis van de huidige informatie geen reden tot zorg is. Het verschil tussen deze 2 conclusies komt doordat het RIVM in de risicobeoordeling op een andere manier rekening gehouden heeft met de stapeling van titaniumdioxide nanodeeltjes in organen gedurende een mensenleven.
(Bron: RIVM, 30 september 2016)