Expertisedag voor de mondzorg 2019; samenwerking en preventie
Op 4 oktober werd de ‘Expertisedag voor de mondzorg 2019’ gehouden in Ede. Dagvoorzitter Gert Stel, kindertandarts, introduceerde het thema van deze dag; interprofessionele samenwerking en vroege preventie als sleutel tot succes in mondzorg.
Jolanda Schieving, kinderneuroloog, nodigde mondzorgverleners uit alert te zijn op onderliggende genetische afwijkingen of syndromen en deze patiënten in te sturen voor verdere diagnostiek. Bij de zogenoemde overgrowth-syndromen is sprake van weefselhypertrofie, waardoor kinderen groot zijn qua lengte en gewicht en vaak een groter hoofd hebben dan normaliter. Bij deze kinderen is vaak dik tandvlees te zien, ook al poetst het kind goed en zijn de tongpapillen opmerkelijk groot. Mensen met overgrowth-syndromen hebben een grotere kans op kanker en daarom is het vroeg insturen van kinderen met het vermoeden op een dergelijke aandoening belangrijk voor een betere levensverwachting. Soms kan het gebit zelfs het sluitstuk zijn voor een juiste diagnosebevestiging. Uit een interactieve peiling tijdens deze lezing bleek dat maar 43% van de aanwezigen een mogelijke genetische afwijking meteen bespreekbaar durfde te maken met de ouders. Ook Joyce Geelen, kinderarts op het gebied van genetische afwijkingen, benadrukte dat de eerste algehele indruk van een patiëntje juist belangrijk is voor tijdige diagnose. Dit wordt de zogenoemde ‘wachtkamerdiagnose’ genoemd. Nadat je het patiëntje hebt opgehaald uit de wachtkamer en het kind langer bekijkt tijdens het gesprek of consult, treedt het ‘normaliseringsfenomeen’ op in je hersenen, waardoor opmerkelijke kenmerken weer als ‘normaal’ gezien worden. Geelen adviseerde: “Kijk dus bewust bij het eerste contact. Het kan gaan om oogstand, oorstand, verhoudingen in het gezicht, vlekken in het gezicht, gedrag, spierspanning of -slapte, handgedrag, ontwikkelingsachterstand en motoriek.” Geelen wees op de website www.mun-h-center.se voor een handig en compleet overzicht van syndromen met bijbehorende orofaciale en odontologische symptomen.
Gert Stel ging in op de sleutelrol van preventieve gedragsverandering binnen de kindermondzorg. Vaak hebben ouders geen idee van de achterliggende factoren die een rol spelen bij het ontstaan van cariës of hoe cariës eruitziet. Ouders trekken bij een donkere verkleuring snel de conclusie dat er ‘een gaatje is ontstaan’ terwijl dit juist duidt op stagnering van het cariësproces. Hoe donkerder en glimmender een laesie, hoe gunstiger het preventieve gedrag werkt. Witte, matte vlekken op het glazuur zijn juist een eerste indicator dat het gebit achteruitgaat en dat er een flinke ommezwaai in gedrag nodig is. Preventie gaat er om dat mensen kiezen bepaalde handelingen of gedragingen te doen, zoals 2 x per dag poetsen. Niet omdat de mondzorgverlener het van ze verlangt, maar omdat ze begrijpen dat zij zelf en hun gezin er echt beter van worden. De uitdaging van mondzorgverleners is om erachter te komen waarom een boodschap niet overkomt en in te springen op de specifieke individuele situatie van het gezin.
Corine Blaauw, GZ-psycholoog, legde aan de hand van filmmateriaal uit hoe iemand met autisme de wereld om zich heen ervaart. Daarna ging ze in op hoe mondzorgverleners een autistische kind het beste kunnen benaderen. Wat opviel is dat ‘de’ autist niet bestaat maar dat alle kinderen net anders zijn. Waar de één sensorische prikkels niet voelt, reageert de ander juist overmatig daarop. Daarom is goed observeren en erkenning geven belangrijk. In het algemeen kan geadviseerd worden om te zorgen voor een prikkelarme omgeving, zowel binnen de behandelkamer als daarbuiten. Laat een autistisch kind bijvoorbeeld niet te lang wachten voordat het aan de beurt is en pas de behandeling aan als dat nodig blijkt. Houd het verbale contact functioneel, dus niet te veel social talk, en blijf vooral goed kijken naar de reactie van het kind op wat je aanbiedt. Als het lastig wordt voor een kind, stel dan niet nog meer vragen maar geef juist méér duidelijkheid door rustige uitleg. Op de website www.sclera.be zijn pictogrammen te downloaden die goed werken om de stappen voor en tijdens de behandeling uit te leggen. Dit werkt eigenlijk bij vrijwel alle kinderen goed.
Desiree D. Kerkdijk, redacteur
Leestip: zie ‘Autismevriendelijke tandheelkundige zorg’ van Kind et al uit de editie van februari 2016 over de autismespectrumstoornis, de behandeling en het gebruik van pictogrammen.