Falende toezichthouders
Uit een aantal incidenten in de zorgsector die in de publieke media veel aandacht kregen, blijkt dat het interne toezichtorgaan van diverse zorginstellingen is tekortgeschoten. Dat was het geval bij de aan medicijnen verslaafde neuroloog in het Medisch Spectrum Twente, de riskante maagverkleiningsoperaties in het Scheper Ziekenhuis en de resistente ziekenhuisbacterie in het Maasstad Ziekenhuis. De toezichthouders bleken in veel van de gepubliceerde gevallen meer gericht te zijn op de financiën en de strategie van de organisatie, dan op de kwaliteit van de zorg.
De wetgever probeert momenteel op verschillende manieren het functioneren en de positie van de toezichthoudende organen te verbeteren, onder meer in de nieuwe Wet cliëntenrechten zorg (Wcz).
In een bijdrage in het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht wordt gesteld dat deze nieuwe wet een waardevolle aanvulling betekent op de huidige regels voor intern toezicht in zorginstellingen. Het toezicht wordt erdoor versterkt, en ook aan de professionalisering van de toezichthouders worden meer voorwaarden gesteld. Toch kan de wettekst nog verder worden verbeterd, want aan de eisen voor een evenwichtige bevoegdheidsverdeling tussen de toezichthouders wordt nu niet altijd voldaan. Deskundigheid en geschiktheid van de persoon spelen daarin een belangrijke rol.
De auteur wijst er ook op dat aanpassing van de wet niet altijd de oplossing zal zijn voor alle toezichtproblemen in zorginstellingen. “Goed toezicht laat zich niet alleen in regels vangen, het gaat uiteindelijk ook om het gedrag van de toezichthouders”.
Bron
Klaassen AGH. Professionalisering van intern toezicht bij zorgaanbieders. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2013; 4: 334-346.