Feiten mondzorg in kaart
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is gestart met een onderzoek naar de kosten en opbrengsten van mondzorgpraktijken, om de tarieven voor het jaar 2014 goed te kunnen onderbouwen.
In haar kostenonderzoeken, maar ook in haar marktscans en verdiepende onderzoeken baseert de NZa zich alleen op feitelijke, controleerbare gegevens. Zo wordt bij het berekenen van de tarieven altijd uitgegaan van een vastgesteld norminkomen. Zonder norminkomen zou de zorgverlener namelijk een tarief ontvangen zonder beloning voor zijn eigen werk. Zijn de opbrengsten hoger dan het norminkomen? Dan kunnen de tarieven omlaag. Zijn de opbrengsten lager? Dan moeten de tarieven omhoog.
In het onderzoek betrekt de NZa uitsluitend de bedragen en de behandelingen zoals die daadwerkelijk gedeclareerd en in rekening zijn gebracht, en de praktijkkosten die daadwerkelijk zijn gemaakt. Over dezelfde periode, op dezelfde manier.
Over nut en noodzaak van de soort kosten wordt geen uitspraak gedaan door de zorgautoriteit: het gaat louter om daadwerkelijke feiten, daadwerkelijk gemaakte kosten en daadwerkelijk gegenereerde inkomsten. Uiteindelijk komt er een tarief uit dat past bij een gemiddelde zorgpraktijk.
De NZa wijst er op dat om de zorg betaalbaar te houden een sturende rol van de zorgverzekeraars als centrale zorginkoper van belang is. Verzekeraars beschikken over expertise en hebben inzicht in alle behandelgegevens van aanbieders en kunnen onder andere regionaal afwijkende prijsafspraken maken met zorgaanbieders. Tussen tandartsen en verzekeraars zijn nog weinig contracten, waardoor de sturende rol van de verzekeraar op bijvoorbeeld de kwaliteit, maar ook op de tarieven gering is.
(Bron: Nederlandse Zorgautoriteit, 3 april 2013)