‘Ik verwissel nog liever incomateriaal dan dat ik de tanden poets’
Veel verzorgenden voelen een weerstand om mondzorg aan ouderen te geven. “Hier ligt een belangrijke oorzaak waarom de mondzorg bij ouderen ondermaats is” zegt mondhygiëniste Ineke Lefferts in het aprilnummer van Tijdschrift voor Verzorgenden (TvV), vakblad voor mensen die in de ouderenzorg werken. De weerzin blijkt ook uit een enquête die TvV eerder op de website www.nursing.nl/verzorgenden hield. Op de vraag wat verzorgenden het minst fris vonden om te verzorgen, stak ‘het gebit’, met kop en schouders boven alle antwoorden uit (25%), gevolgd door decubitus (10%) en omgaan met incontintentie (8%).
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) kreeg signalen uit het veld dat de mondzorg in verpleeghuizen niet op orde zou zijn. Daarom wordt er bij inspectiebezoeken nu ook gecontroleerd op mondzorg. De multidisciplinaire richtlijn 'Mondzorg voor zorgafhankelijke cliënten in verpleeghuizen', die in 2007 door de zorginstellingen is opgesteld, is volgens de IGZ een goede leidraad voor verzorgenden. “Maar wij krijgen de indruk dat deze richtlijn onder hen niet genoeg bekend is”, vertelt woordvoerster Carolien van Lent. Tekorten aan kennis en vaardigheden, maar ook tijd en motivatie noemen verzorgenden volgens de IGZ vaak als belemmeringen. “De instelling is verantwoordelijk voor verantwoorde mondzorg. Dit betekent dat er voldoende tijd moet zijn voor de verzorgenden om de mondverzorging uit te voeren.”
De inspectie publiceert half 2014 een rapport over de stand van zaken rond mondzorg in de zorginstellingen.
(Bron: Persbericht TvV, 22 apr 2014)