Implantaten gunstig bij edentate patiënten met mondkanker
Promotie J.G.H. Wetzels
De overkappingsprothese op implantaten heeft voor edentate patiënten die behandeld zijn voor mondkanker een gunstiger effect op de kauwfunctie vergeleken met een conventionele gebitsprothese. Daarbij heeft de directe plaatsing van de implantaten de voorkeur omdat dit leidt tot een snellere prothetische rehabilitatie. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Jan-Willem Wetzels.
Patiënten die voor mondkanker zijn behandeld hebben vaak een verminderde kauwfunctie, in het bijzonder geldt dat voor edentate patiënten. Bij hen zorgt de tumorchirurgie en aansluitende radiotherapie ervoor dat het niet altijd mogelijk is om na de behandeling een goed functionerende gebitsprothese te maken. Doel van Wetzels promotieonderzoek was het effect van implantaatplaatsing op de kauwfunctie van edentate patiënten met mondkanker te onderzoeken. Hij maakte daarbij gebruik van objectieve metingen. Tevens vergeleek Wetzel directe implantaatplaatsing tijdens de tumorchirurgie met uitgestelde implantaatplaatsing.
Uit zijn onderzoek kwam naar voren dat rehabilitatie met een overkappingsprothese op implantaten resulteerde in een grotere bijtkracht dan een conventionele gebitsprothese. Het kauwvermogen met beide gebitsprotheses bleek vergelijkbaar te zijn. Het kauwvermogen nam na de oncologische behandeling af en herstelde slechts gedeeltelijk na 6 maanden en 1 en 5 jaar. Van belang hierbij bleek het herstellen van de maximale mondopening na de behandeling. Deze stabiliseerde na 12 maanden maar bleef aanzienlijk achter bij patiënten die ook postoperatieve radiotherapie kregen.
In een multicenteronderzoek bleek dat een protocol met directe implantaatplaatsing leidde tot zowel meer implantaatgedragen gebitsprotheses als functionerende gebitsprotheses dan wanneer de implantaten later, op indicatie, geplaatst werden. De individuele kosten waren lager bij directe implantaatplaatsing terwijl de maatschappelijke kosten bijna 2 keer zo hoog waren. Van de patiënten bij wie tijdens de oncologische behandeling direct implantaten geplaatst werden, is in 74% van de gevallen ook een gebitsprothese gemaakt. Overlijden, tumorrecidief, trismus of ongunstige weke delen maakten dat ondanks de aanwezigheid van implantaten toch geen gebitsprothese werd gemaakt.
Wetzels concludeert dat directe implantaatplaatsing de voorkeur heeft omdat dat leidt tot meer patiënten met een functionele gebitsprothese en een snellere rehabilitatie terwijl de overleving vergelijkbaar is met uitgestelde plaatsing.
Op 19 februari 2021 promoveerde Jan-Willem G.H. Wetzels aan de Radboud Universiteit op zijn proefschrift ‘Improving masticatory function in edentulous oral cancer patients’. Promotors waren prof. dr. M.A.W. Merkx, prof. dr. R. Koole en prof. dr. G.J. Meijer. Copromotor was dr. C.M. Speksnijder.