Inname suikers neemt wereldwijd niet toe
De wereldwijde inname van suikers is over het algemeen dalend of stabiel. Dit blijkt uit een onderzoek van World Sugar Research Organisation en University College Cork over de inname van suikers in 10 Europese landen, Australië, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten.
Voor het analyseren van een trend is het van belang dat innamegegevens van suikers worden verzameld en gerapporteerd over meerdere perioden. Slechts 13 landen, allemaal ontwikkelde landen, voldeden aan de door de onderzoekers gestelde inclusiecriteria.
De resultaten zijn opgesplitst in geslacht en leeftijdscategorie. De onderzoekers hebben de verandering over de tijd (begin- en eindmeting varieert per land) van zowel absolute als relatieve inname van suikers onderzocht. Sommige landen meten de sacharose-inname, andere meten alle suikers samen en weer andere meten alleen toegevoegde suikers. Aangezien de landen deze verschillende definities van suikers hanteren kon alleen gekeken worden naar een trend binnen ieder afzonderlijk land.
De opsplitsing van resultaten van alle landen resulteerde in 44 subgroepen. In de meeste subgroepen daalde de relatieve inname van (toegevoegde) suiker(s). De stijging per subgroep was maximaal 2% van de energie-inname. De daling was maximaal 3% van de energie-inname.
Hoewel schattingen van de inname van suikers op populatieniveau in sommige specifieke subgroepen van de populatie stijgend is, laten de meeste vergelijkingen een dalende of stabiele trend zien.
(Bron: Kenniscentrumsuiker, 2 februari 2015)