× ABONNEREN

Inside out: relatie parodontium en endodontium

24 april 2019 J. Boehmer, W.J. van der Meer Geen reacties

Op 5 april 2019 werd het drukbezochte voorjaarscongres van de NVvP georganiseerd in het NBC-congrescentrum in Nieuwegein. In overeenstemming met het thema ‘Inside out’ stond een deel van de dag in het teken van de relatie tussen het parodontium en het endodontium en was endodontoloog Ellemieke Hin een uitstekende moderator van deze wetenschappelijke dag. Als eerste gaf endodontoloog Michiel de Cleen een gedegen overzicht van de wisselwerkingen die bestaan tussen het endodontium en het parodontium. Daarbij toonde hij aan dat een ontsteking van het parodontium weliswaar een invloed kan hebben op het endodontium (vooral via de laterale wortelkanalen), maar dat de invloed van een geïnfecteerde kanaalinhoud op het parodontium veel groter lijkt te zijn. Zijn uitleg werd goed onderbouwd met literatuur en geïllustreerd met fraaie casuïstiek uit zijn eigen praktijk.

De tweede lezing ‘van professor Paul Lambrechts uit Leuven droeg de illustere titel ‘Het spook van externe cervicale wortelresorptie. Deze vorm van resorptie blijkt bij 5% van de patiënten op te treden en hoewel de etiologie niet volledig bekend is, lijkt een vorm van trauma een grote rol te spelen. In veel gevallen lijkt er een multifactoriële oorzaak waarbij orthodontische behandeling in bijna de helft van de gevallen in de behandelhistorie is terug te vinden. Omdat de sensibiliteit van de pulpa nog lang blijft bestaan en het proces vrijwel zonder symptomen verloopt, wordt externe cervicale wortelresorptie meestal laat opgemerkt. De presentatie bevatte naast histologische coupes ook prachtige SEM-, micro- en nano-CT-opnamen die de complexiteit en dynamiek van het resorptieproces goed inzichtelijk maakten.

Het tweede deel van de dag werd verzorgd door parodontologen. De eerste spreekster was professor Bettina Dannewitz die het furcatieprobleem besprak. Molaren lijken de gebitselementen te zijn die het meest frequent verloren gaan door allerlei oorzaken, waaronder parodontale problemen. Een molaar met een furcatiedefect blijkt een slechtere prognose op overleving te hebben, zeker als er sprake is van een uitgebreid furcatieprobleem. Maar met parodontale therapie is het mogelijk om dergelijke gebitselementen te behouden, zelfs bij een uitgebreid furcatieprobleem (Klasse III). Als leuke brug naar de endodontie, toonde professor Dannewitz een casus uit de literatuur, waarbij een vitaal gebitselement met een uitgebreid furcatieprobleem werd behandeld door de aangedane radix te verwijderen. Daarbij werd de vitale pulpastomp direct afgedekt met MTA als bij een directe pulpaoverkapping. Ondanks dat er veel therapiemogelijkheden zijn, blijven gebitselementen met een uitgebreid furcatieprobleem een risicofactor en is preventie van het ontstaan van een furcatieprobleem de beste manier om de kansen op overleving van een meerwortelig gebitselement te vergroten.

De laatste spreker, professor Nicola West, besprak dentine-overgevoeligheid. Het optreden van overgevoeligheid van het dentine varieert weliswaar per onderzoek, maar is niet gerelateerd aan een hogere leeftijd en blijkt bij 42% van de 18- tot 35-jarigen voor te komen. Specifieke tandpasta’s zijn in staat om dergelijke overgevoeligheid effectief te behandelen, terwijl mondspoelmiddelen veel minder effect hebben. Haar presentatie behandelde ook erosie en abrasie in relatie tot dentineovergevoeligheid. West stelde vast dat erosief verlies van tandweefsel een toenemend probleem is, zeker onder de jeugd waar het in 30% van de patiënten is vast te stellen. Erosieve dranken dragen voor een belangrijk deel bij aan dit probleem. In Europa blijken de jongvolwassenen gemiddeld iedere dag 1 liter zure drank te consumeren. West pleitte voor goede monitoring van erosie en tijdige behandeling van dit probleem.

(dr. Joerd van der Meer, redacteur)

Winkelmandje

Er zitten geen programma's in het winkelmandje