Kan optimale zelfzorg leiden tot een ander parodontaal behandelplan?
Als een parodontale behandeling voorafgegaan wordt door een periode van strikte zelfzorg, dan kan de parodontale behandelplanning er mogelijk anders uit komen te zien. Een periode van ten minste 3 maanden van strikte en zeer goede zelfzorg door de patiënt resulteerde namelijk in de vermindering van plaque, reductie van bloeding na sonderen en verbetering van pocketdiepte.
Dit bleek uit een onderzoek in een Noorse parodontologiepraktijk naar het effect van zelfzorg bij 44 patiënten met ernstige parodontitis. Zij werden willekeurig toegewezen aan de test- of de controlegroep. De testgroep van 22 patiënten kreeg direct na de intake een uitgebreide mondhygiëne-instructie met een handtandenborstel en allerlei soorten interdentale hulpmiddelen. De controlegroep kreeg 3 maanden na de intake een afspraak voor de reguliere behandeling zonder verdere interventie.
De resultaten lieten zien dat in de groep die geen mondhygiëne-instructie had gekregen de klinische parameters na 3 maanden nauwelijks waren gewijzigd ten opzichte van de intake-metingen. Daarentegen constateerden de onderzoekers in de testgroep een reductie van 37% in de plaquescores. Dit ging gepaard met een reductie van 30% in pockets van 6 mm of groter en een reductie van de bloedingsneiging na sonderen. Bij sommige patiënten zorgde de periode van betere zelfzorg ervoor dat aanpak van de vervolgbehandelingen wijzigde. Zo was er minder uitgebreide professionele gebitsreiniging nodig vanwege de afname van de pocketdieptes en nam de noodzaak voor parodontale chirurgie af. Volgens prof. dr. Fridus van der Weijden, hoogleraar parodontologie aan het ACTA, is een dergelijke zelfzorgfase geen nieuw fenomeen: “In de jaren 1980 bleek uit onderzoek van Badersten et al dat dit een noodzakelijk onderdeel van de behandeling van parodontale problemen was. Door de jaren heen is de nadruk van de behandeling echter verschoven en meer causaal gericht op het professioneel verwijderen van plaque en tandsteen. Hoewel dit de efficiëntie van de behandeling vergroot, moet het effect van een verbeterde zelfzorg op het parodontium niet onderschat worden”.
Volgens Van der Weijden wordt in de nieuwe richtlijn ‘Parodontale screening, diagnostiek en behandeling in de algemene praktijk’ aanbevolen om bij pocketdieptes kleiner dan 5 mm in eerste instantie het verbeteren van de zelfzorg af te wachten. “Ook bij patiënten met pockets van 6 mm en groter kan worden overwogen te starten met begeleiding van de mondhygiëne om tot een betere zelfzorg te komen. De patiënt wordt zich dan ook bewust van welke inspanningen noodzakelijk zijn om een succesvol behandelresultaat te bereiken”, aldus Van der Weijden.
(Bron: J Clin Periodontol, 11 oktober 2019)