Maak kennis met ons junior-redactielid Mert Uluç
Interview
Al enige tijd zijn 3 nieuwe junior-redactieleden actief binnen de redactie van NTVT. Bram van Gessel stelde
zich al voor (zie februari 2023; 131: 57) en met de 3 nieuwe leden laten wij u nu kennismaken. De junior-redactieleden schrijven onder begeleiding van adjunct-hoofdredacteur Maurits de Kuijper enkele excerpten en vervullen een ambassadeursfunctie richting tandheelkundestudenten op de faculteiten. We stelden junior-redactielid Mert Uluç, tweedejaars masterstudent aan het ACTA, 6 vragen.
Waarom wilde je tandheelkunde studeren?
Er zijn hoofdzakelijk 2 redenen waarom de studie tandheelkunde me leuk leek. Ten eerste is het een zeer praktisch vakgebied waarbij men al gedurende de bachelor vele uren maakt om de motoriek eigen te maken. Verder is het ook de theoretische kant van de opleiding die me zeer interessant leek, aangezien we ook (algemeen) medische/biologische vakken volgen over anatomie/embryologie, (patho)fysiologie en farmacologie.
Wat is het belang van wetenschappelijk onderzoek voor tandartsen?
Het bijhouden van de meest recente ontwikkelingen binnen de wetenschappelijke literatuur is van groot belang omdat alleen op die manier de beste zorg geleverd kan worden aan de patiënt. Het tandheelkundig arsenaal aan behandelopties kan alleen worden uitgebreid als er eerst voldoende kennis is van wat er mogelijk is. Technieken zoals de deep margin elevation, immediate dentin sealing, cavity optimization en autotransplantaties hebben in de loop der tijd een plek gekregen als behandeloptie bij de tandarts en zijn, mede dankzij het NTVT, ook beter bekend geworden.
Wat is de waarde van NTVT voor studenten?
Het NTVT heeft een breed aanbod artikelen, webinars en podcasts die voor studenten van meerwaarde zijn, aangezien ze niet alleen ingaan op de meest recente tandheelkundige ontwikkelingen, maar ook een uitstekende toevoeging zijn op het tandheelkundig curriculum. Zo zijn er artikelen beschikbaar over het ontwerpen van een frameprothese en diverse soorten slijmvliesafwijkingen tot aan de verschillende soorten cystes en de publieke mondgezondheid.
(Foto: Joost Hoving)
Wat wil je na je studie gaan doen?
Momenteel ben ik bezig met de master van de opleiding en heb ik gedurende de bachelorfase ook de bachelor geneeskunde gevolgd. Na het afronden van de master tandheelkunde zal ik beginnen met de coschappen van de master geneeskunde om zo te werken richting de mka-chirurgie. Het is mijn droom om mijn opgedane kennis en ervaring vrijwillig in te zetten in gebieden waar deze het hardst nodig zijn. Waarom zouden we onze kennis en kunde immers beperken tot de Nederlandse grenzen?
Heb je zelf wetenschappelijk onderzoek gedaan, en waar ging dit over?
Gezien mijn interesse in de mka-chirurgie verwacht ik in de nabije toekomst wetenschappelijk onderzoek op dit vlak te verrichten. Deze interesse voor onderzoek binnen dit vakgebied blijkt ook uit mijn bachelorscripties voor tandheelkunde en geneeskunde. Voor tandheelkunde ging het om een scoping review over de verschillende behandelopties (zowel chirurgisch als orthodontisch) voor het repositioneren van de premaxilla bij patiënten met een bilaterale cheilognathopalatoschisis en een premaxilla deviatie. Voor geneeskunde ging de scriptie in op de vraag of een Le Fort I-osteotomie het risico verhoogt op het ontwikkelen van een velofaryngeale insufficiëntie bij patiënten met cheilognathopalatoschisis.
Wat wil je bereiken als junior-redactielid?
Mijn persoonlijk doel als junior-redactielid is tweezijdig. Ten eerste wil ik mijn medestudenten stimuleren om bij te dragen aan het NTVT en zo ervaring op te doen voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en daarbij invloed te hebben op de professionele ontwikkeling van medestudenten en tandartsen. Ten tweede wil ik meer bewustzijn creëren voor de toegevoegde waarde die het NTVT biedt door al het materiaal dat via NTVT beschikbaar is en men kan gebruiken als naslagwerk.
Bijdrage van Mert aan NTVT
- Excerpt ‘Bieden 3D-geprinte gebitselementen een tijdwinst gedurende autotransplantatie?’ door Mert Uluç (juli- en augustus 2024; 131: 338-339).