Medisch aansprakelijkheidsrecht en de Europese Unie
Het medisch aansprakelijkheidsrecht is niet meer alleen een nationale aangelegenheid. Dat stelt de Leidse hoogleraar Hendriks in het tijdschrift Gezondheidsrecht. Het vigerende recht wordt al in aanzienlijke mate bepaald door de Europese Unie (EU) en de Raad van Europa en Nederland kan zijn voordeel doen met de ervaringen van elders. Dat geldt ook voor de medisch/tandheelkundige sector. Hendriks geeft een aantal voorbeelden. Zo benadrukt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) het belang van de naleving van de informed consent vereiste, als voorwaarde om een geneeskundige behandeling rechtsgeldig te mogen uitvoeren, op tal van manieren. Schending van deze norm impliceert in beginsel aansprakelijkheid voor de schade ervaren na een geneeskundige behandeling.
Het EHRM heeft ook kenbaar gemaakt dat er geen onnodige barriëres moeten bestaan om patiënten ervan te weerhouden schade te verhalen. Dit uitgangspunt stelt eisen aan de hoogte van het griffiegeld, de hoeveelheid schadevergoeding die kan worden toegewezen en de regels inzake de bewijsvoering.
Het Hof kent dusdanig veel belang toe aan het waarborgen van de kwaliteit en de veiligheid van zorg, dat het ontbreken van voldoende (wettelijke) garanties kan leiden tot beroep op het aansprakelijkheidsrecht. Dit betekent dat de nationale wetgeving moet voorzien in tal van regels en toezichtmechanismen om de patiëntveiligheid zo goed mogelijk te borgen.
Bron
Hendriks AC. Europeesrechtelijke ontwikkelingen rond medische aansprakelijkheid. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2013; 6: 528-536.