Melkcuspidaten voorspellen levensgeluk
De breedte van de neonatale groeilijn op melkcuspidaten is gerelateerd aan prenatale en vroeg natale gebeurtenissen zoals stressvolle life events of psychopathologische aandoeningen van de moeder. Dit blijkt uit onderzoek van The Forsyth Institute, Harvard Medical School en het Massachusetts General Hospital. Volgens de onderzoekers kan blootstelling van foetussen en baby’s aan pychosociale stress of stressvolle gebeurtenissen negatieve gevolgen hebben op de psychische gezondheid van het kind op latere leeftijd.
Uit eerder onderzoek is al bekend dat groeilijnen van gebitselementen, vergelijkbaar met boomringen, een weergave vormen van de fysieke omstandigheden tijdens de ontwikkeling van de gebitselementen. Stressvolle omstandigheden, zoals ziekte en voedseltekort, zorgen tijdens de ontwikkeling voor zogenoemde stresslijnen waarbij dikkere stresslijnen geassocieerd zijn met ergere mate van stress.
De onderzoekers vroegen zich af of ook psychosociale stressfactoren tijdens de zwangerschap zouden resulteren in een bredere neonatale lijn (NNL). Tegelijkertijd wilden ze weten of beschermende factoren zoals een groter en beter sociaal netwerk van de moeder resulteert in een smallere NNL. Hiervoor werden de gewisselde melkcuspidaten van 70 deelnemende kinderen verzameld. De kinderen en hun ouders deden al mee aan een prospectief bevolkingsonderzoek naar genetische en omgevingsfactoren in relatie tot het ontstaan van ziekte gedurende het leven.
De breedte van de neonatale lijn werd op 3 verschillende doorsnedes microscopisch gemeten. Voor de psychosociale factoren werden vragenlijsten gebruikt die de moeders kort na de bevalling hadden ingevuld.
Kinderen van moeders met een postnatale depressie of een verleden met ernstige depressieve stoornissen hadden een gemiddeld bredere NNL. De aanwezigheid van een sociaal netwerk daarentegen resulteerde in een smalle NNL. de associatie bleef, ook na correctie voor perinatale factoren zoals obesitas of de duur van de zwangerschap.
Een mogelijke verklaring voor de associatie tussen psychosociale factoren van de moeder en de breedte van de NNL bij kinderen kan liggen in de verhoogde cortisolniveaus bij stress. Cortisol beïnvloedt de groeifactoren IGF-1 en IGF-2 die betrokken zijn bij de aanleg van het glazuur.
Als vervolgonderzoek de gevonden associatie bevestigt, dan kan onderzoek van uitgevallen melkcuspidaten een manier zijn om kinderen te identificeren met een verhoogd risico op het ontwikkelen van psychosociale problemen en vervolgens preventieve interventies in te stellen.
(Bron: JAMA Netw Open, 1 november 2021)
(Beeld: Shutterstock)