Nooit meer snurken en ongekend fit!
Met een tweedaags congres vierde de Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde op 12 april 2013 haar 5-jarig bestaan. De tandheelkundige slaapgeneeskunde vindt haar oorsprong in 1920 toen orthodontisten ontdekten dat patiëntjes met een activator niet meer snurkten en veel fitter werden. Tijdens de slaap kan naast snurken ook de ademweg geheel of gedeeltelijk dichtvallen met ademstilstanden tot gevolg (obstructief slaapapneusyndroom). Een activator die de onderkaak naar voren houdt kan dan een oplossing zijn.
Bij de keus voor een mandubulair repositie apparaat (MRA) is het de vraag of dit voldoende effectief zal zijn. Met een endoscopie van de luchtweg (onder propofolanesthesie) kan het succes van een MRA goed worden ingeschat als de onderkaak daarbij naar voren wordt gehouden (‘chin lift’) met een passende beetvork in plaats van gewoon met duim en wijsvinger. Tegenwoordig worden er instelbare en steeds comfortabelere MRA’s ontwikkeld. Die instelbaarheid is van belang omdat enkele millimeters anders instellen al een verschil van 20% in succes kan betekenen. Ook zijn er motorisch instelbare beetvorken in ontwikkeling waarmee tijdens een slaapregistratie de optimale mandibulaire stand kan worden bepaald ter voorkoming van slaapapneus.
Toepassing van een MRA kan tijdelijk kaakgewrichtsklachten veroorzaken, maar er zijn ook aanwijzingen dat kaakgewrichsklachten en zelfs oorsuizen dankzij een MRA kunnen verdwijnen. Ook kan een MRA de occlusie blijvend veranderen. Een CPAP-apparaat, dat de luchtweg vrijhoudt door luchtaanvoer via een neusmasker, kan eveneens standsverandereringen veroorzaken, vooral van het bovenfront.
Op het congres werd het probleem van slaapapneu ook van een van een heel andere kant belicht, namelijk met een maagbypassoperatie. Als resultaat werd een forse afname van slaapapneu gemeld en een blijvende gewichtsvermindering van 30%.
De relatie tussen slaapapneu en hartaandoeningen wordt niet altijd onderkend. Hartpatiënten hebben door stuwing van vocht tijdens het liggen eerder last van slaapapneu. Ze hebben daarbij echter niet de kenmerkende apneuklachten van vermoeidheid en ochtendhoofdpijn. Omdat de ademstilstanden bij slaapapneu ook weer hartklachten kunnen veroorzaken, kan met de behandeling van de apneu een vicieuze cirkel worden doorbroken.
Veel patiënten die gebruik maken van CPAP of een MRA geven aan dat ze een heel nieuw leven hebben gekregen, omdat ze niet meer snurken en zich ongekend fit voelen. Een mooier compliment kan een behandelaar niet krijgen! (A. M. van Luijk, redacteur)