NVvP-congres ParoNextGen: de nieuwe parodontitisclassificatie
Congresnieuws
Op 22 november 2019 werd het NVvP-najaarscongres ‘ParoNextGen’ in Bussum gehouden. Het hoofdonderwerp van dit congres was de nieuwe internationale parodontitisclassificatie. Voorheen werd parodontitis verdeeld in verschillende soorten maar eigenlijk is er nooit bewijs geleverd voor het bestaan van die verschillende vormen. De nieuwe classificatie gaat uit van één diagnose, parodontitis, en nuanceert daarbij in de mate van botafbraak. Daarnaast weegt leeftijd mee om de mate van progressiviteit te bepalen en zijn ook risicofactoren van belang. De NVvP heeft voor het vergemakkelijken van de introductie van de nieuwe classificatie een digitale tool ontwikkelt.
Henkjan Smits, ondernemer en presentator, stimuleerde de congresbezoekers om te kijken naar de eigen ’X-factor’ om patiënten mee te krijgen. Alle vormen van communicatie zijn belangrijk. Het is niet alleen belangrijk wat je zegt, maar ook wat je doet, bijvoorbeeld met je ogen. Tandartsen moeten zich daarbij realiseren dat ze niet alleen in de behandelkamer on stage zijn maar ook daarbuiten. Patiënten zien tandartsen bewegen in de praktijk maar misschien ook wel buiten de werkomgeving, zoals in de supermarkt. Overal is het podium van de tandarts en daarom is het belangrijk om consistent jezelf te zijn en niet iets anders te zeggen tegen de patiënten dan dat die tandarts zelf doet of zou doen.
Tandarts-pedodontoloog dr. Dien Gambon deed in een indrukwekkende presentatie uit de doeken hoe voedingsproducenten de smaakvoorkeur van kinderen in de loop van de tijd heeft laten verschuiven van zoet naar zuur. Dit doen ze door het maskeren van zuren in zoete producten, en dat is niet zonder consequenties. Uit recent onderzoek van TNO is gebleken dat maar liefst 50% van de 23-jarigen al erosieve slijtage aan het gebit heeft. De commercie stuurt aan op misleiding: een product met de claim ’0% suiker’ blijkt toch nog fructose te bevatten en daarnaast nodigen hersluitbare verpakkingen uit tot graasgedrag in plaats van beperking van het aantal consumptiemomenten. Net als bij parodontitis blijken er risicofactoren te zijn die in onderlinge samenhang zorgen voor het optreden van erosie. Zo kan een jongetje dat dagelijks slechts 1 glas cola krijgt tijdens 2 uur gamen toch erosieve slijtage ontwikkelen, doordat hij het lekker vindt om de stroef aanvoelende kiezen, tussen de slokjes door, over elkaar heen te wrijven. Het advies om meer water te drinken in plaats van frisdrank blijft nog steeds van kracht. Ook is er een trend bij volwassenen waargenomen die ook erosieve schade kan opleveren, te weten het drinken van appelazijn voor gewichtsbeheersing of zelfs tegen tandsteen. Kennis opdoen, kijken en vragen stellen is en blijft de rol van een tandarts bij het achterhalen van risico op erosie.
Prof. dr. Hugo de Bruyn liet in een komische presentie zien dat esthetiek zeer subjectief is en dat er geen goed wetenschappelijk onderzoek is, vanuit het perspectief van patiënten, naar esthetiek na een parodontale behandeling. Waarschijnlijk is het bij parodontitis voornamelijk de mondzorgverlener die hierop aanstuurt en vinden patiënten heel andere details belangrijk dan de mondzorgverlener. Eenvoudig restauratief opknappen met composiet na een parodontale behandeling kan heel goed en eventueel kan gebruikgemaakt worden van epitheses om de zwarte approximale driehoeken te camoufleren.
Desiree D. Kerkdijk, redacteur