Onder de loep! Hessam Tabeian
Hessam Tabeian is promovendus aan de Vrije Universiteit Amsterdam en doet sinds 1 februari 2012 onderzoek bij de secties Orale Celbiologie en Orale Kinesiologie van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam. Promotoren van zijn onderzoek zijn prof. dr. V. Everts en prof. dr. F. Lobbezoo. Dr. ir. T.J. de Vries en dr. A.D. Bakker begeleiden het onderzoek als copromotoren. De redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde stelde 8 vragen over het onderzoek.
Wat onderzoek je?
Ik onderzoek hoe kraakbeencellen afkomstig van het temporomandibulaire gewricht (TMG) reageren op ontstekingsfactoren. Ook onderzoek ik of de negatieve effecten van de ontstekingsfactoren op de kraakbeencellen kunnen worden geneutraliseerd door de cellen mechanisch te belasten. Voor het onderzoek gebruik ik kraakbeencellen afkomstig uit kaakgewrichten van varkens. De varkenskoppen zijn afkomstig uit het slachthuis (slachtafval), dus de varkens zijn niet speciaal voor mijn onderzoek geslacht. De varkenskoppen krijg ik in ruil voor taarten.
Wat is je drijfveer om onderzoek te doen?
Ik ben altijd al nieuwsgierig geweest; als klein kind ontleedde ik al kikkers. Later raakte ik geïnteresseerd in onderzoek dat gezondheid van mensen kan verbeteren. Hoewel mijn onderzoek fundamenteel van aard is, probeer ik altijd de klinische relevantie voorop te zetten. Mijn promotieonderzoek verschaft nieuw inzicht in het mechanisme van TMG-kraakbeenafbraak bij kinderen met juveniele idiopathische artritis. Hopelijk draagt het onderzoek op de lange termijn bij aan de behandeling van deze kraakbeenafbraak bij kinderen met deze aandoening.
Waarom is juist dit onderwerp interessant om te onderzoeken?
Er is weinig bekend over TMG-kraakbeenafbraak bij kinderen met juveniele idiopathische artritis. Een belangrijke reden hiervoor is dat dit gewricht zeer moeilijk bij mensen te onderzoeken is. Het is onethisch om samples uit het temporomandibulaire gewricht af te nemen bij deze patiënten. Het is dus een grote uitdaging om met dit onderzoek toch inzichten te krijgen in TMG-kraakbeenafbraak bij kinderen met juveniele idiopathische artritis. Deze uitdaging ben ik vol enthousiasme aangegaan in mijn promotieonderzoek. Door TMG-kraakbeencellen uit jonge varkens te gebruiken, was ik toch in staat om de klinische situatie van deze kinderen enigszins na te bootsen. Het kaakgewricht van varkens lijkt erg op dat van mensen.
Wat zijn de onderzoeksvragen?
Voor mijn onderzoek zijn dat:
- Welke kraakbeenafbrekende enzymen nemen toe door ontstekingsfactoren in TMG-kraakbeencellen?
- Kan mechanische belasting de pathologische expressie van kraakbeenafbrekende enzymen door ontstekingsfactoren neutraliseren?
Hoe is het onderzoek opgezet?
Ik gebruik een in vitro-model waarbij kraakbeencellen uit het varkenskaakgewricht in een hydrogel (in 3D) worden gekweekt, met en zonder ontstekingsfactoren. Ik onderzoek de expressie van kraakbeenafbrekende enzymen die door ontstekingsfactoren worden gemoduleerd. Tevens onderzoek ik of mechanische belasting de pathologische expressie van kraakbeenafbrekende enzymen kan verminderen.
Wat is tot nu toe het grootste probleem waar je tegenaan bent gelopen?
Het grootste probleem was een goed model te ontwikkelen. Het in vitro-model heb ik zelf ontwikkeld en opgezet. Elke stap was een uitdaging en uiteindelijk is die operationalisatie goed gelukt, mede dankzij essentiële input van mijn collegae uit verschillende wetenschappelijke en klinische disciplines.
Op welke onderzoeksresultaten hoop je?
Ik hoop dat ik een aantal kraakbeenafbrekende enzymen kan identificeren in het temporomandibulaire gewricht die door ontstekingsfactoren worden gemoduleerd. Verder hoop ik dat mechanische belasting de (pathologische) expressie van deze enzymen kan verminderen.
Wat levert dit onderzoek voor de tandheelkunde, de patiënt of de mondzorgverlener op?
Mijn onderzoek kan mogelijk nieuwe kraakbeenafbrekende enzymen identificeren, aan de hand waarvan nieuwe medicamenteuze behandelingen voor de kinderen met juveniele idiopathische artritis kunnen worden ontwikkeld. Verder levert mijn onderzoek nieuwe inzichten op die zouden kunnen worden gebruikt voor de ontwikkeling van een fysiotherapeutische behandeling voor kinderen met juveniele idiopathische artritis.