Onder de loep! Jorien T. Hamburger
Jorien Hamburger is promovenda aan het Radboud Universitair Medisch Centrum Nijmegen en doet sinds 2007 onderzoek bij de afdeling Preventieve en Curatieve Tandheelkunde. Promotor van haar onderzoek is prof. dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans en dr. N.J.M. Opdam begeleidt het onderzoek als co-promotor. De redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde stelde 8 vragen over het onderzoek.
Wat onderzoek je?
Steeds vaker zien tandartsen patiënten met matige tot ernstige gebitsslijtage. Als besloten is om tot behandeling over te gaan, kan dit een behoorlijke uitdaging zijn voor de tandarts. Met mijn onderzoek kijken we naar de verschillende behandelmogelijkheden van gebitsslijtage, vooral gericht op de minimaal invasieve behandelmethoden.
Wat is je drijfveer om onderzoek te doen?
Met mijn afstudeerscriptie heb ik de Boeringprijs gewonnen en mocht ik een posterpresentatie houden op het congres van het International Association for Dental Research & American Association for Dental Research in Dublin in 2006. Hier kwam ik in contact met onderzoekers uit Nijmegen die enthousiast waren over de combinatie van werken in de praktijk en promotieonderzoek doen. Na mijn afstuderen wilde ik graag in de praktijk aan het werk, maar vond ik het ook prettig om op de langere termijn de mogelijkheid te hebben om daarnaast bij de universiteit te werken. Toen ik de kans kreeg om te promoveren in Nijmegen, hoefde ik dus niet lang na te denken.
Waarom is juist dit onderwerp interessant om te onderzoeken?
De behandeling van gebitsslijtage is interessant om te onderzoeken omdat het veel voorkomt in de algemene praktijk en er nog niet veel onderzoek naar is gedaan. Tandartsen hebben behoefte aan handvaten om de behandeling aan te pakken en het is prettig om hier een bijdrage aan te kunnen leveren.
Wat zijn de belangrijkste hypothesen en onderzoeksvragen?
Het algemene doel van het onderzoek is om de verschillende behandelmogelijkheden van patiënten met gebitsslijtage te verkennen. Omdat er weinig klinisch onderzoek beschikbaar is, is een verkenning van de mogelijkheden van verschillende behandelingen en strategieën gedaan. Specifieke onderzoeksdoelen zijn:
- Het verkennen van verschillen in behandelstrategieën van patiënten met gebitsslijtage tussen gespecialiseerde tandartsen in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland.
- Het evalueren van de behandeling van patiënten met gebitsslijtage met composiet, geplaatst in een beetverhoging.
- De fractuurweerstand beoordelen van verschillende laagdiktes van verschillende restauratieve materialen, gebonden aan dentine.
Hoe is het onderzoek opgezet?
Er is een enquête uitgevoerd om te inventariseren hoe verschillende specialisten op het gebied van gebitsslijtage patiënten behandelen. Tandartsen uit het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland zijn voor deze enquête benaderd. Bij het artikel zijn ook de resultaten van een literatuuronderzoek opgenomen.
Vervolgens is een retrospectief klinisch onderzoek uitgevoerd waarin is gekeken naar de behandeling van patiënten met gebitsslijtage met behulp van composiet. Patiënten zijn opgeroepen om de staat van de restauraties te laten beoordelen en er zijn vragen gesteld over de tevredenheid met de restauratieve behandeling.
Ten slotte zijn 2 laboratoriumonderzoeken uitgevoerd waarin de sterkte van de verschillende materialen in verschillende laagdiktes is onderzocht.
Wat is tot nu toe het grootste probleem waar je tegenaan bent gelopen?
Omdat er nog niet heel veel onderzoek naar dit onderwerp is gedaan, is het soms moeilijk om goede literatuur te vinden. Er bestaat overigens wel veel casuïstiek over gebitsslijtage.
We hebben patiëntgebonden onderzoek gedaan, in vitro-onderzoek, een enquête en een literatuuronderzoek. Jammer genoeg bleken de resultaten van een extra patiëntgebonden onderzoek en enquête in een later stadium niet toepasbaar. Deze fragmentatie van verschillende onderzoekstypen in combinatie met gebleken moeilijke publiceerbaarheid maken het promoveren een tijdrovend proces.
Welke resultaten toont het onderzoek?
Het onderzoek laat zien dat er op de lange termijn goede resultaten zijn te behalen in de behandeling van gebitsslijtage met composiet. Ook toont het aan dat de gewenste dikte van de restauratielaag sterk materiaalafhankelijk is. Over het algemeen geldt dat een dikkere restauratielaag sterker is, maar dit blijkt niet voor alle materialen op te gaan. Ook blijkt dat verschillen tussen materialen niet zijn terug te voeren op de materiaalgroepen waar zij toe behoren (direct composiet, indirecte composiet of keramisch materiaal).
Wat levert dit onderzoek voor de tandheelkunde, de patiënt of de mondzorgverlener op?
Het onderzoek levert een basis voor vervolgonderzoek, dat inmiddels gaande is, naar de behandeling van gebitsslijtage. Hierin kunnen behandelstrategieën en materialen gedetailleerder worden bekeken, zodat de toepasbaarheid in de algemene praktijk verbetert.