Onder de loep! M. Bozia
Meryam Bozia studeerde tandheelkunde en gezondheidsrecht en werkt sinds 2017 als promovenda aan de Vrije Universiteit Amsterdam bij de afdeling Orale Radiologie. Promotor van haar onderzoek is prof. dr. F. van der Weijden en dr. W.E.R. Berkhout en dr. D.E. Slot begeleiden het onderzoek als copromotoren. De redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde stelde 8 vragen over het onderzoek.
Wat onderzoek je?
Ik doe onderzoek naar het effect van een toekomstige zelfstandige bevoegdheid van mondhygiënisten voor het gebruikmaken van ioniserende straling op de kwaliteit en doelmatigheid van de mondzorg. In het kader van taakherschikking zouden mondhygiënisten op korte termijn zelfstandig gebruik mogen maken van röntgenstraling in hun praktijk.
Wat is je drijfveer om onderzoek te doen?
Mijn scriptiebegeleider tijdens de opleiding tandheelkunde maakte mij bewust van het belang van wetenschappelijk onderzoek na de opleiding. Omdat ik ook gezondheidsrecht heb gestudeerd, zou ik met een andere blik op de tandheelkunde een waardevolle bijdrage kunnen leveren. Ik had tevens de vrees dat ik het redetwisten en betogen wat mij tijdens de rechtenstudie was aangeleerd, zou verleren als ik volop praktiserend tandarts zou zijn. Onderzoek doen voelde dan ook aan als een mooi begin van mijn academische carrière.
Waarom is juist dit onderwerp interessant om te onderzoeken?
Het behoeft denk ik geen uitleg dat taakherschikking een ‘hot item’ is. Er zijn de afgelopen jaren vele meningen uit verschillende hoeken in het tandheelkundige beroepenveld geventileerd. Veel hiervan is subjectief. De discussie rondom taakherschikking snakt echter naar objectieve gegevens en daar is wetenschappelijk onderzoek voor nodig.
Wat zijn de belangrijkste hypothesen en onderzoeksvragen?
De eerste onderzoeksvraag is hoe mondiaal gezien de taakverdeling is tussen tandartsen en mondhygiënisten. Vervolgens vragen we ons af of er een verschil is in de kwaliteit van de röntgendiagnostiek door tandartsen en mondhygiënisten. Tevens vragen we ons af wat het effect is van het toepassen van röntgendiagnostiek op voorgestelde behandelingen en of hier een verschil in is te meten.
Hoe is het onderzoek opgezet?
Er wordt gebruikgemaakt van de ‘mixed methods’ onderzoeksbenadering. Dit is een opzet waarbij kwalitatieve data worden gekwantificeerd en kwantitatieve data worden beschreven om vervolgens te analyseren en te interpreteren. Deze data verzamelen wij bij mondhygiënisten, tandartsen en patiënten.
Het totale project richt zich op zowel de context van de taakherschikking rondom orale radiologie als het inhoudelijke aspect. Onder de context van taakherschikking verstaan we het geheel van factoren dat mogelijk een rol speelt bij de totstandkoming ervan, zoals wet- en regelgeving en onderwijs op het terrein van stralingstoepassingen voor diagnostiek. Het inhoudelijke aspect van het onderzoek focust op de doeltreffendheid, de doelmatigheid en de (ervaren) kwaliteit van zorg en bestaat uit klinisch onderzoek.
Wat is tot nu toe het grootste probleem waar je tegenaan bent gelopen?
De methoden voor onderzoek naar de effectiviteit en klinisch nut van beeldvorming zijn minder uitgekristalliseerd dan onderzoek naar bijvoorbeeld de effecten van een therapie. Het formuleren van de uitkomstmaten is lastig gebleken en bij het interpreteren van kwalitatieve data dien je zo objectief mogelijk te blijven. Dat vraagt om multidisciplinaire samenwerking. Het aantrekken van financiële middelen voor het onderzoek is tevens moeilijk.
Op welke onderzoeksresultaten hoop je?
Ik hoop inzichtelijk te maken in hoeverre kwaliteit en doelmatigheid beïnvloed worden door zelfstandige bevoegdheid in radiologische indicatiestelling en verrichtingen door mondhygiënisten. Dit drukken we onder andere uit in de uitkomstvariabelen als technische bekwaamheid, diagnostische accuratesse en diagnostisch effectief denken. Natuurlijk hoop ik op interessante resultaten die de huidige discussie verder kunnen helpen.
Wat levert dit onderzoek voor de tandheelkunde, de patiënt of de mondzorgverlener op?
Onze onderzoeksuitkomsten zullen in samenhang met politieke ontwikkelingen de uitgangspunten kunnen vormen waarop de tandheelkundige infrastructuur wordt gestaafd, gebouwd en gevalideerd. Dit onderzoek zou een wetenschappelijk onderbouwde visie op de taakverdeling tussen mondhygiënisten en tandartsen kunnen leveren. Daar hebben wij als beroepsgroep behoefte aan en is in het kader van veilige en kwalitatieve zorg voor de patiënt gewenst.