Onder de loep! Melissa Dierens
Melissa Dierens is promovenda aan de Universiteit Gent en doet sinds 2009 onderzoek bij de afdeling Parodontologie en Orale Implantologie. Sinds 2012 leidt ze er ook de Eenheid voor Orale en Maxillofaciale Beeldvorming. Ze verdedigde haar proefschrift op 13 juni 2014. Promotor van haar onderzoek was prof. dr. H. De Bruyn en prof. dr. J. Cosyn begeleidde het onderzoek als copromotor. De redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde stelde 8 vragen over het onderzoek.
Wat heb je onderzocht?
In mijn doctoraat onderzocht ik de klinische aspecten, de complicaties en de onderhoudskosten van solitaire tandimplantaten op lange termijn. De opvolging van de patiënten bedroeg 16 tot 22 jaar.
Wat is je drijfveer om onderzoek te doen?
Onderzoek boeit mij omwille van meerdere aspecten. Enerzijds ben ik graag betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe toepassingen of behandelvisies binnen de tandheelkunde. Anderzijds is het ook belangrijk om te evalueren waar we dagelijks mee bezig zijn en na te gaan of veranderingen ook altijd verbeteringen zijn voor zowel algemeen practicus als patiënt.
Onderzoeken geeft je ook de mogelijkheid om bij te leren van anderen en te zoeken naar oplossingen voor problemen of vragen uit de klinische praktijk.
Waarom was juist dit onderwerp interessant om te onderzoeken?
Wanneer een patiënt kiest voor een behandeling met implantaten, heeft die zeer terecht vragen bij de te verwachten resultaten op lange termijn. Zeker en vast omdat deze behandeling toch ook een aanzienlijke financiële inspanning vraagt, in België nog meer dan in Nederland. Er is echter zeer weinig onderzoek met meer dan 5 jaar opvolging van deze behandelingen, en al helemaal niet naar zoveel aspecten binnen eenzelfde patiëntengroep. Bovendien zijn de patiënten uit mijn onderzoek niet specifiek geselecteerd voor deelname aan een onderzoek, maar kunnen ze worden beschouwd als een populatie die vergelijkbaar is met deze in de dagelijkse praktijk. Dit onderzoek moest bijdragen tot het geven van realistische informatie over te verwachten langetermijnresultaten van deze behandeloptie die we aan onze patiënt voorstellen.
Wat waren de belangrijkste hypothesen en onderzoeksvragen?
De primaire onderzoeksvraag was het beoordelen van de resultaten die met solitaire implantaten kunnen worden verkregen op lange termijn. Daarvoor zijn verschillende aspecten van deze behandelingen bekeken, zoals de overleving, de radiografische, peri-implantaire en microbiologische uitkomst. Daarnaast werden ook de esthetische en prothetische uitkomst, het optreden van complicaties en de berekening van de daaruitvolgende kosten onderzocht.
Hoe was het onderzoek opgezet?
In mijn onderzoek heb ik een Zweedse patiëntengroep onderzocht. Deze personen kregen als eerste een solitaire tandvervanging op implantaten tussen 1987 en 1993 in de Tandheelkundige Specialistenkliniek in Malmö. Alle patiënten werden opnieuw opgespoord en telefonisch gecontacteerd. Van deze groep heb ik 50 patiënten ook klinisch onderzocht en hun hele dossier gereconstrueerd.
Wat was het grootste probleem waar je tegenaan bent gelopen?
De grootste inspanning heb ik moeten doen om alle data te verzamelen in verband met de kosten van opgetreden complicaties. In Zweden worden alle gegevens gelukkig heel goed bewaard, maar toch was het niet makkelijk om als Belgische onderzoeker wegwijs te raken in het Zweedse zorgverzekeringssysteem en alle data correct te reconstrueren op basis van de papieren dossiers van 20 jaar geleden.
Wat kun je vertellen over de onderzoeksresultaten?
Mijn thesis is ondertussen afgerond en ik ben blij om te zien dat de resultaten van het onderzoek goed zijn. Verrassend was dat de grootste reden van falen van kronen van de implantaten eerder omwille van esthetische redenen was en minder omwille van technische complicaties. Ik ben ook blij dat we erin geslaagd zijn om voor het eerst een idee te kunnen geven van de mogelijke kostprijs van complicaties op lange termijn ten opzichte van de initiële behandelkosten voor deze solitaire implantaten. Gemiddeld bedraagt de kostprijs voor complicaties 23% van de initiële behandelkosten over een periode van 18,5 jaar.
Wat levert dit onderzoek voor de tandheelkunde, de patiënt of de mondzorgverlener op?
Twee belangrijke conclusies neem ik mee uit mijn onderzoek. Ten eerste is het belangrijk om onze patiënten te informeren over de te verwachten resultaten op lange termijn. Hierbij is de kans groot dat alles goed gaat, maar is het ook mogelijk dat er vervolgbehandelingen met bijkomende kosten nodig zijn. Ten tweede is het zeer belangrijk om onze patiënten blijvend op te volgen op lange termijn, aangezien complicaties ook na een langere functie kunnen optreden. Bovendien is langetermijnopvolging ook zeker aangewezen voor de steeds sneller evoluerende materialen en technieken binnen ons vakgebied!