Onder de loep! Sabrina Gunput
Sabrina Gunput is promovenda aan de Vrije Universiteit Amsterdam en doet sinds januari 2012 onderzoek bij de afdeling Orale Biochemie van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam. Promotor van haar onderzoek is prof. dr. E.C.I. Veerman en dr. A.J.M. Ligtenberg begeleidt het onderzoek als copromotor. De redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde stelde 8 vragen over het onderzoek.
Wat onderzoek je?
Mondvloeistof bevat niet alleen speeksel dat wordt uitgescheiden door de speekselklieren, maar ook creviculaire vloeistof en serum, die in speeksel terechtkomen door lekkage uit de gingivale sulcus of beschadiging van het mondepitheel. Een belangrijk antimicrobieel systeem in serum en creviculaire vloeistof is het complementsysteem, een verzameling van eiwitten die in bloed in inactieve vorm aanwezig is. Mijn promotie-onderzoek richt zich op de interactie tussen speeksel en afweersystemen uit bloed en hoe deze interactie bijdraagt aan het gezond houden van de mond.
Wat is je drijfveer om onderzoek te doen?
Als onderzoeker kom je voor grote uitdagingen te staan. Experimenten in het laboratoriun verlopen niet altijd vlekkeloos, maar het geeft een voldaan gevoel wanneer iets nieuws wordt ontdekt. Verder vind ik het vooral leuk om met mensen van verschillende disciplines te werken om samen tot het beste resultaat te komen.
Waarom is juist dit onderwerp interessant om te onderzoeken?
Vaak wordt onderzoek verricht naar de antimicrobiële werking van speekselcomponenten, maar wordt geen rekening gehouden met de invloed van componenten uit bloed. Het komt ook voor dat de afweer door cellulaire of bloedeiwitten wordt onderzocht in de mond, maar daarin wordt het effect van speeksel niet altijd meegenomen. Ik vind het mooi om te zien dat systemen van een verschillende oorsprong, speeksel en bloed, samen zouden kunnen werken om een gezonde mond te behouden.
Wat zijn de belangrijkste hypothesen en onderzoeksvragen?
Eerst is in kaart gebracht welke speekseleiwitten betrokken zijn bij de interactie met het complementsysteem en welke structuren op het speekseleiwit daar essentieel voor zijn.
De hypothese is dat de interactie tussen speeksel en het complementsysteem een rol speelt bij de afweer tegen orale bacteriën. Daarnaast zou speeksel kunnen bijdragen aan de opruiming van bacteriën door afweercellen.
Hoe is het onderzoek opgezet?
Met speeksel en bloed of serum van vrijwilligers zijn experimenten in het laboratorium uitgevoerd. Het speeksel is getest op het vermogen om afweersystemen uit het bloed te stimuleren of remmen.
Wat is tot nu toe het grootste probleem waar je tegenaan bent gelopen?
Helaas heb ik een bepaald experimenteel model niet werkend gekregen. Met dit model zouden we verder kunnen onderzoeken of speeksel en verdere activatie van het complementsysteem zou bijdragen aan de aantrekking van afweercellen uit bloed.
Op welke onderzoeksresultaten hoop je?
Tot nu toe is gevonden dat het eiwit speekselagglutinine een sleutelrol speelt in de modulatie van het complementsysteem uit serum. Daarnaast blijkt dat de activatie van het complementsysteem door speekselagglutinine individueel verschillend is en dat die activatie genetisch is bepaald. Wellicht kan in de toekomst worden aangetoond dat speeksel, in combinatie met afweersystemen uit bloed, kan bijdragen tot het doden en opruimen van pathogenen.
Wat levert dit onderzoek voor de tandheelkunde, de patiënt of de mondzorgverlener op?
Mijn promotie-onderzoek is voornamelijk bedoeld om een indruk te krijgen van wat er gebeurt in de mond. Hierdoor kunnen we meer begrip krijgen van wat er mis kan gaan. Uiteindelijk kan dit leiden tot het voorkomen van ziekten of tot het ontstaan van toegepaste behandelingen voor de patiënt.