Onder de loep! Sander Brons
Sander Brons is promovendus aan het Radboud universitair medisch centrum in Nijmegen en doet sinds augustus 2007 onderzoek bij de afdeling Orthodontie en Craniofaciale Biologie. Promotoren van zijn onderzoek zijn em. prof. dr. Anne Marie Kuijpers-Jagtman en prof. dr. Stefaan Bergé. Dr. Thomas Maal begeleidt het onderzoek als copromotor. De redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde stelde 8 vragen over het onderzoek.
Wat onderzoek je?
De vorm en groei van de kaken en het aangezicht worden sinds een eeuw door orthodontisten onderzocht met behulp van laterale röntgenschedelprofielopnamen. Tegenwoordig maakt non-invasieve driedimensionale-beeldvormende techniek zoals stereofotogrammetrie het mogelijk de ontwikkeling van het aangezicht nog nauwkeuriger te volgen zonder gebruik te maken van röntgenstraling. Vanwege het non-invasieve karakter van deze techniek kan het aangezicht al vanaf de geboorte worden gevolgd, bijvoorbeeld bij een aangeboren afwijking van het aangezicht. Ik onderzoek de toepassing van stereofotogrammetrie voor evaluatie van de vorm en groei van het aangezicht van kinderen geboren met een cheilognathopalatoschisis en van kinderen zonder aangeboren aangezichtsafwijking in de leeftijd van 3 tot 18 maanden.
Wat is je drijfveer om onderzoek te doen?
Door wetenschappelijk onderzoek te doen, kan mijn inzicht in de kwaliteit van het proces van wetenschappelijk onderzoek toenemen. Hierdoor heb ik wetenschappelijke publicaties op waarde leren te beoordelen in het algemeen. In het bijzonder hoop ik een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van zorg voor kinderen geboren met een schisis.
Waarom is juist dit onderwerp interessant om te onderzoeken?
Uit een publicatie van het Eurocleft-project blijkt dat er een grote variatie bestaat in de behandelprotocollen van Europese centra voor schisis. Dit toont onder andere aan dat er onvoldoende wetenschappelijke kennis is over de beste behandelstrategie. Eén van de doelen van de behandeling van schisis is het verkrijgen van een normale vorm en groei van het aangezicht. Met stereofotogrammetrie is het nu mogelijk het aangezicht van pasgeborenen zonder aangeboren aangezichtsafwijking vast te leggen en dit te vergelijken met het aangezicht van kinderen geboren met schisis.
Wat zijn de belangrijkste hypothesen en onderzoeksvragen?
De doelen van het onderzoek zijn bij kinderen van 3 tot 18 maanden: 1. bepalen of stereofotogrammetrie van het aangezicht betrouwbaar is, 2. onderzoeken op welke wijze stereofotogrammetrische opnamen van het aangezicht longitudinaal kunnen worden gesuperponeerd, en 3. beschrijven hoe de normale groei is van het aangezicht en hoe de groei is van het aangezicht van pasgeborenen met een schisis.
Hoe is het onderzoek opgezet?
Ouders van pasgeboren kinderen zonder aangeboren aangezichtsafwijking worden voor het onderzoek geworven via de consultatiebureaus van de GGD Gelderland-Zuid. De ouders van kinderen geboren met een schisis worden geworven via de afdeling Schisis van het Radboud universitair medisch centrum (Radboudumc). Vanaf de leeftijd van 3 maanden wordt elke 3 maanden een aantal driedimensionale scans gemaakt met de stereofotogrammetrie-opstelling bij het 3D lab van het Radboudumc. Met behulp van software is het mogelijk om analyses op digitale driedimensionale modellen van de aangezichten uit te voeren.
Wat is tot nu toe het grootste probleem waar je tegenaan bent gelopen?
Door de complexiteit van driedimensionale data is het noodzakelijk analyses in specialistische software uit te voeren. De benodigde analyses zijn zeer specifiek en niet standaard aanwezig in de software. Het ontwikkelen van de benodigde analyses is het grootste probleem geweest. Het probleem is opgelost door samen te werken met de ingenieurs Medische beeldvorming van de afdeling Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Radboudumc.
Op welke onderzoeksresultaten hoop je?
De eerste stap naar de toepassing van stereofotogrammetrie bij kinderen zou zijn gezet wanneer blijkt dat driedimensionale opnamen betrouwbaar zijn. Er is inmiddels een reproduceerbare methode voor de longitudinale superponatie van stereofotogrammetrische opnamen ontwikkeld. Tot slot is het beschrijven van de driedimensionale vorm en groei van het aangezicht van kinderen met en zonder schisis in de leeftijd van 3 tot 18 maanden niet eerder gedaan en kunnen de resultaten van het onderzoek een belangrijke toevoeging zijn aan de huidige beschikbare wetenschappelijke kennis.
Wat levert dit onderzoek voor de tandheelkunde, de patiënt of de mondzorgverlener op?
Het onderzoek levert een belangrijke bijdrage aan de beschikbare kennis over de vorm en groei van het aangezicht van pasgeborenen met en zonder schisis. Het is tevens een eerste stap naar een vergelijking van behandelresultaten op het gebied van vorm en groei van het aangezicht van verschillende Europese centra voor schisis. Als hieruit het beste behandelprotocol volgt, kan de kwaliteit van zorg voor kinderen met schisis op een hoger niveau worden gebracht.