Over en uit met de VAR!

Eindelijk dacht ik alles onder controle te hebben. Het runnen van een eenmanszaak leek een beetje routine te worden en het bijbehorende papierwerk was steeds op orde. En net nu er in dit opzicht eindelijk ‘rust in mijn tent’ is, word ik aan alle kanten gewaarschuwd voor een verandering die de belastingdienst gaat invoeren. De VAR verdwijnt! PANIEK! Er verandert nogal wat, wordt gezegd. Maar wat dan, vraag ik me af.

Volgens de berichten treedt op 1 mei 2016 de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) in werking, ter vervanging van de VAR. De voorbeeldovereenkomsten die er voor in de plaats zijn gekomen, zouden meer zekerheid moeten geven. Met name over het ontbreken van inhoudingsplicht voor loonheffingen, inclusief sociale premies. Zo! Een ingewikkeld verhaal, waar ik vooralsnog weinig van begrijp.

Ik ga op zoek op het web en alle berichten die ik erover vind, wijzen erop dat er voornamelijk voor de praktijkhouders veel gaat veranderen. Wat dat voor een tandarts daadwerkelijk betekent, vind ik moeilijk vast te stellen. Ik doe een poging: het is de bedoeling van de nieuwe wet dat de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer exact overeenstemmen met wat er in de overeenkomst is vastgelegd. Als ik de opgestelde voorbeeldovereenkomst bestudeer, zie ik echter niet veel veranderingen in vergelijking met de huidige situatie.

De grootste verandering lijkt te zijn dat de belastinginspecteur achteraf een dienstverband vaststelt, met forse naheffingen tot gevolg. En de inspecteur lijkt vooraf niet aan te kunnen geven hoe strikt zal worden gehandhaafd. Kortom, het wordt een onzekere periode voor de tandartsen en praktijkhouders, terwijl de belastingdienst juist meer zekerheid belooft.

Maar gelukkig kunnen we nog een jaar handelen volgens de ‘ik-zie-nog-even-wel-wat-er-gebeurt-methode’, want de implementatieperiode duurt tot 1 mei 2017. Maar daarna is het over en uit met de VAR!