P. van der Heijden
Op 28 november 2012 promoveerde Perry van der Heijden aan de Rijksuniversiteit Groningen op zijn proefschrift ‘Children with cleft lip and palate. Capita selecta’. Zijn promotoren waren prof. dr. S.M. Goorhuis-Brouwer en prof. dr. B.F.A.M. van der Laan.
Veel schisispatiënten willen de afwijkende vorm van hun neus laten corrigeren – niet -alleen om esthetische maar ook om functionele redenen. De benodigde chirurgische behandeling kan pas worden uitgevoerd wanneer het aangezicht volgroeid is. Van der Heijden verrichtte systematisch literatuuronderzoek om te kunnen bepalen wanneer dat het geval is en concludeerde dat de neus bij jongens op 17-jarige leeftijd is uitgegroeid en bij meisjes op 16-jarige leeftijd. Hierbij moet rekening worden gehouden met mogelijke individuele verschillen.
Een vaak optredend probleem bij schisis is dat bij het spreken hypernasaliteit ontstaat. Om dit in kaart te brengen, wordt een nasometer gebruikt. Van der Heijden stelde vast dat de nasometer pas kan worden gebruikt bij kinderen vanaf 5 jaar.
Een nieuwe ontwikkeling is nasoalveolaire molding, waarbij de neus van een pasgeborene met schisis kan worden gevormd met ‘prechirurgische orthodontie’ omdat het kraakbeen van een baby nog relatief gemakkelijk vervormbaar is. De verwachtingen van deze methode zijn hooggespannen, maar Van der Heijden concludeerde dat de effectiviteit van deze behandeling nog onvoldoende wetenschappelijk is onderbouwd.