Posterior 2016
Op 5 februari jl. vond het congres 'Posterior 2016' plaats in de RAI te Amsterdam, georganiseerd door Bureau Kalker. Een cursusdag voor tandartsen algemeen-practici met vooral praktische onderwerpen rondom het thema posterieure restauraties, waarvoor 5 sprekers uit binnen- en buitenland waren uitgenodigd. De dag werd gemodereerd door Niek Opdam. Dit jaarlijkse congres is inmiddels een succesformule; ook deze dag waren tegen de 700 deelnemers aanwezig.
Moderator Opdam opende de congresdag met een lezing over de levensduur en risicoanalyse van posterieure composietrestauraties. De directe restauraties beginnen steeds meer terrein te winnen ten opzichte van de indirecte restauraties. De levensduur van een posterieure restauratie hangt onder meer af van het restauratietype. Ook spelen patiëntgebonden factoren een belangrijke rol, naast het goed uitvoeren van de klinische procedures door de tandarts.
De tweede lezing werd verzorgd door Marleen Peumans uit Leuven. Zij hield een bondig verhaal waarin vooral de klinische procedures aan de orde kwamen: keuze van composiet en adhesiefsysteem, preparatie, drooglegging, matrixsysteem, laagjestechniek en afwerking. Ook de verschillende typen composiet voor de posterieure restauraties passeerden de revue, waarbij een hybridecomposiet de voorkeur geniet. Uit onderzoek blijkt verder dat 3-staps adhesieven en 2-staps (milde) zelfetsende adhesieven nog steeds voor de beste bonding zorgen.
Vervolgens was het de beurt aan Bas Loomans om een antwoord te vinden op de vraag: ‘Is ernstige gebitsslijtage altijd schadelijk?’. Belangrijk hierbij is het leren kijken en herkennen van de oorzaken van gebitssslijtage. Is het chemische of mechanische slijtage of wellicht een combinatie van beide. Zonder een goede diagnose ook geen prognose! Gebitsslijtage hoeft ook niet altijd restauratief te worden behandeld. Counseling en monitoring kunnen een goed alternatief bieden, zeker wanneer de patiënt geen klachten heeft vanwege de slijtage.
Na de lunch werd er afgetrapt door Ben Derksen met een mooie voordracht over occlusieherstel. Vanuit de gnathologica werd de moeizame relatie tussen occlusie en functie belicht. Belangrijk is het om ook achterin de tandboog voldoende steun te blijven houden om prothetische constructies voldoende afsteuning te bieden. Wanneer aan de posterieure zijde van het gebit naar duurzaamheid wordt gestreefd, dan kan anterieur behoud van esthetiek plaatsvinden. Voor occlusiebehoud kan daarom een keuze voor goud achterin een kwestie van duurzaamheid zijn.
De dag werd afgesloten met 2 lezingen van Daniël Edelhoff uit München. Op voorhand een gewaagde keuze om een congresdag voor een groot publiek met Engelstalige lezingen te besluiten. Niets bleek minder waar. Edelhoff is een uitmuntend spreker die zijn gehoor met luchtigheid en humor langdurig kan boeien. In zijn eerste bijdrage stond de behandeling van gebitsslijtage centraal. Het is een toenemend probleem, waarbij voor de patiënt vooral de esthetiek centraal staat. Op basis van veel onderzoeksliteratuur en eigen onderzoek werden de diverse opties voor materiaalkeuzes doorgenomen. Maar zijn belangrijkste ‘take-home message’ was vooral: “Believe in bonding!”.