Promotie A.F. Vermeer
Geneesmiddelen tegen botafbraak, zoals osteoporose, werken anders tegen osteoclasten in de kaak dan tegen soortgelijke cellen in de pijpbeenderen. Dit stelt Jenny Vermeer in het proefschrift ‘Bone-site-specific responses to bisphosphonates – long bone and jaw compared’ dat ze 21 oktober 2014 verdedigde aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Prof. dr. V. Everts was hierbij de promotor en dr. ir. T.J. de Vries was de copromotor.
Ziektes zoals osteoporose en naar het bot uitgezaaide kanker worden gekenmerkt door overmatige botafbraak, dat door medicijnen zoals bisfosfonaten kan worden geremd. Echter, in de kaak kan gebruik van deze geneesmiddelen leiden tot osteonecrose.
Vermeer onderzocht waarom juist in de kaak deze bijwerking optreedt. Dit deed ze door botcellen uit kaken en de pijpbeenderen van muizen te isoleren en deze met elkaar te vergelijken. Ze onderzocht de wijze waarop deze cellen reageerden op de bisfosfonaten. Ook diende ze bisfosfonaten toe aan muizen en onderzocht het effect daarvan op het botweefsel van de pijpbeenderen en de kaak. Uit haar onderzoek kwam naar voren dat voorlopercellen van de osteoclasten uit de kaak meer bisfosfonaten opnamen dan voorlopercellen uit pijpbeenderen. Tevens werd vastgesteld dat bij de muizen die met bisfosfonaten waren behandeld de tandwortels in de kaak afbraken. Deze bevindingen kunnen het afsterven van het beenweefsel in de kaak helpen verklaren.
Bron: Persbericht ACTA, 21 oktober 2014