Promotie H.S. van Monsjou
In de afgelopen decennia zijn er opmerkelijke veranderingen opgetreden in de epidemiologie van het plaveiselcelcarcinoom in het hoofd-halsgebied (HNSCC). Naast de typische HNSCC-patiënt (man, 60-70 jaar, nicotine- en alcohol-abusus) is er meer aandacht gekomen voor de jonge HNSCC-patiënt (< 40-45 jaar) en de stijgende incidentie van het orofarynxcarcinoom (OPSCC). Van de groep jonge HNSCC-patiënten van het Antoni van Leeuwenhoek (AVL) bleek 60% van de OPSCC’s voor het humaan papillomavirus (HPV) 16 positief. In het promotieonderzoek van Hester van Monsjou kon evenwel geen verschil in overleving tussen oudere en jongere patiënten worden aangetoond. De algehele incidentie HPV positieve OPSCC ’s in het AVL stabiliseerde van 28% in de 80 van de vorige eeuw naar 38% in het afgelopen decennium, wat laag is vergeleken met andere westerse landen. In Nederland lijkt vooral de invloed van roken en drinken een grote rol te spelen bij de stijgende incidentie, mede gezien een simultane stijging van het mondholte- (minus tong) en tongcarcinoom (OCSCC). De invloed van alcohol en tabak wordt ook teruggezien in de doodsoorzaken van OCSCC- en OPSCC-patiënten, Naast het overlijden aan de primaire tumor hebben deze patiënten ook een verhoogde kans om te overlijden aan een tweede primaire tumor van de long of oesofagus, aan myocardinfarct, pneumonie en ziekten van het maagdarmkanaal. Het aanbieden van stoppen met roken- en drinkenprogramma’s blijft dus een vereiste.
Hester S. van Monsjou promoveerde 17 november 2015 aan de Universiteit van Amsterdam op haar proefschrift ‘Epidemiological characteristics of oral and oropharyngeal squamous cell carcinoma’. Promotoren waren prof. dr. A.J.M. Balm en prof. dr. M.W.M. van den Brekel. Copromotoren waren dr. M.Schaapveld en dr. V.B. Wreesmann.
(Bron: UvA, 17 november 2015)