Promotie N. Ariani
Het laagje micro-organismen dat zich onder een gelaats- of gezichtsprothese vormt, blijkt effectief te kunnen worden verminderd met behulp van antimicrobiële mondspoelmiddelen. Dat concludeert Nina Ariani. Met deze simpele oplossing is het gebruik van antibiotica niet langer nodig, is er minder gevaar voor antibioticaresistentie, en gaan gelaatsprothesen langer mee. Op 29 juni 2015 promoveerde zij op het proefschrift ‘Microbial biofilms on silicone facial prostheses’ aan de Rijksuniversiteit Groningen. Promotoren waren prof. dr. H.C. van der Mei en prof. dr. A. Vissink.
Mensen die door een aangeboren afwijking, een ongeluk of het weghalen van een tumor een defect van het aangezicht hebben, kunnen een gelaatssprothese aangemeten krijgen. Vaak gaat het om vervanging van een oor, oog of neus. Zulke prothesen gaan niet lang mee. Dat komt doordat zich onder de gelaatsprothese, aan de binnenkant van de prothese en op de bedekte huid, gemakkelijk een laagje micro-organismen vormt. Een zogenoemde biofilm. Deze micro-organismen kunnen tot verkleuring van het siliconenmateriaal leiden. Ariani onderzocht de samenstelling van het laagje biofilm aan de binnenkant van de prothese en op de bedekte huid, en stelde vast om welke bacteriën en gisten het gaat. Opvallend genoeg trof ze geen gisten aan op de huid die niet bedekt wordt door de prothese.
De promovenda onderzocht ook hoe deze bacteriën en gisten het meest effectief verwijderd kunnen worden met reinigingsmiddelen die patiënten thuis gemakkelijk kunnen krijgen en gebruiken. Ze ontdekte dat dat kan met mondspoelmiddelen op basis van essentiële oliën of chloorhexidine. Het onderzoek biedt zo een eenvoudige en goedkope oplossing voor problemen waarmee dragers van gelaatsprothesen kampen.
(Bron: RUG, 29 juni 2015)