Relatie tussen crisis en kankersterfte
Uit een onderzoek gepubliceerd in The Lancet (2016; 388: 684-695) blijkt dat een toename van de werkloosheid leidt tot een hogere kankersterfte. Geschat wordt dat na de economische crisis vanaf 2008 zo’n 260.000 mensen meer aan kanker stierven dan tijdens de economische hoogconjunctuur voor 2008.
Voor hun onderzoek naar het effect van een toegenomen werkloosheid en een afname van de overheidsuitgaven aan gezondheidzorg op kankersterfte gebruikten de onderzoekers data van de Wereldbank en de WHO over de periode 1990-2010. De gegevens betroffen 75 landen en vertegenwoordigen ruim 1,2 miljard mensen. Vergeleken werden de jaren voor en na 2008.
Het bleek dat toename van de werkloosheid significant gerelateerd was aan een hogere kankersterfte in het algemeen, maar dat die relatie er niet was bij vrouwen met longkanker. De onderzoekers denken dat het aan het veel lagere overlevingspercentage vergeleken met mannen met longkanker kan liggen, maar bewijs hiervoor was er niet. Verklaringen voor het hogere sterftecijfer als gevolg van werkloosheid waren een slechtere toegang tot de gezondheidszorg, depressie en het minder snel zoeken van medische hulp, dat gerelateerd is aan een lagere sociaaleconomische status. Ook het korten op de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg als gevolg van de crisis had een negatief effect op het kankersterftecijfer, vooral in verband met minder beschikbare zorg en lagere kwaliteit van zorg. Echter, bij het toepassen van een zogenoemde ‘universele dekking van de gezondheidszorg’ verdween de relatie tussen werkloosheid en kankersterfte. Verder bleek uit de resultaten dat verhoging van de overheidsuitgaven aan gezondheidszorg het kankersterftecijfer reduceerde.
(Bron: The Lancet, 13 augustus 2016)