Schisma in de tandheelkunde
Eind 2014 is het Kennisinstituut Mondzorg (KiMo) opgericht met als taak behandelrichtlijnen voor de mondzorg op te stellen. Het KiMo ontvangt hiervoor 3 jaar lang subsidie van het ministerie. De stichting wordt gedragen door alle wetenschappelijke verenigingen, de academische tandartsopleidingen in Groningen, Amsterdam en Nijmegen en de beroepsverenigingen KNMT.
Inmiddels is de KNMT, samen met de ANT, afgehaakt omdat zij vinden dat hun achterban te weinig te zeggen krijgt. De beroepsverenigingen hebben een eigen richtlijnenvereniging opgericht, de NVPM, waarover de KNMT-leden op 11 december 2015 kunnen stemmen.
Het KiMo zegt dat tandartsen wèl een stem krijgen door middel van de verplichte ‘veldconsultatie’, waarmee wordt getoetst of een richtlijn werkbaar is. De dissidente verenigingen vinden dat echter niet genoeg, omdat tandartsen bij het KiMO niet het laatste woord krijgen en bij de NVPM wel.
Onlangs is er door ZIN indringend gesproken met de KNMT. Gehoopt wordt dat de KNMT zich toch aansluit bij KiMo. ZIN-woordvoerder Kees Groothuis: “Wij gaan met de ontwikkeling van kwaliteitsnormen voor de tandheelkunde in elk geval werken met de wetenschappelijke verenigingen. Niet met de KNMT, dat is uiteindelijk een belangenorganisatie.”
Op de KNMT-ledenvergadering zullen enkele afdelingen een motie indienen voor aansluiting van de KNMT bij de wetenschappers. Gebeurt dat niet, dan zal het KiMo verstoken blijven van de financiële bijdrage van de KNMT. Als gevolg daarvan zouden dan jaarlijks minder richtlijnen kunnen worden ontwikkeld. Wordt vervolgd.
(Bronnen: KNMT, ANT, KiMo, december 2015)