Shine bright like a diamond…
Soms maak ik in de praktijk dingen mee waar ik zo vreselijk om moet lachen of van geniet dat ik ze nooit zal vergeten. Enkele jaren geleden kwam een van mijn patiënten, een zogenoemde ‘reiziger’ die woonachtig is op een woonwagenkamp, bij mij de stoel voor de halfjaarlijkse controle. We kenden elkaar al enkele jaren en ik weet dat hij niets liever wil dan al zijn restauraties laten vervangen voor gouden inlays of onlays. Goud vindt hij namelijk prachtig. Ik hield echter steevast voet bij stuk en bleef bij mijn standpunt dat goede restauraties niet vervangen hoeven te worden.
Maar deze keer had hij een ander verzoek. Uit een piepklein envelopje viste hij een, naar eigen zeggen, kleine diamant. Breed lachend zei hij: “Deze wil ik in mijn tand!”. Glimlachend vroeg ik of hij erover had nagedacht dat deze er ook vanaf kan vallen en dat hij zijn diamant dan door zou kunnen slikken. Weg ‘bling bling!’. “Dat gaat niet gebeuren”, zei hij. Ik moet zeggen dat ik het best een leuke uitdaging vond om dit klusje te klaren. Toen ik ‘het werkstuk’ bekeek, zag zie ik dat er wel buccaal ruimte geboord moest worden om de diamant in vast te zetten. Ik ging op zoek naar een geschikte restauratie en vond deze in gebitselement 16. Na kort overleg met de tandtechnieker voor tips ging ik aan de slag.
Ik boorde een deel van de restauratie uit en plaatste daarna heel voorzichtig de diamant met een pincet in mijn preparatie. Maar toen schoot de diamant opeens uit mijn pincet en ik begon te roepen “Niet slikken! Niet slikken!". Vliegensvlug kwam de patiënt overeind en wist de diamant in zijn mond terug te vinden. Samen barstten we uit in een nerveuze schaterlach. Bij poging 2 lukte het wel en ik omvatte de randen van de diamant met composiet waardoor het na het uitharden keurig op zijn plek bleef zitten. Na afloop trok hij een enorme klip met geld tevoorschijn en vroeg wat het kostte. Ik lachte en zei dat hij deze van mij kreeg zodat ik geen garantie hoefde te geven en dat ik geen verantwoordelijk nam als de diamant alsnog in zijn slokdarm zou verdwijnen.
We zijn nu een jaar of 3 verder en nog steeds glimt het steentje me ieder half jaar tegemoet waardoor ik maar moeilijk een glimlach kan onderdrukken.
Lisa Vermeulen, tandarts