Sputumproductie houdt verband met slechte nachtrust bij COPD
Het frequent ophoesten van sputum overdag is gerelateerd aan een slechte nachtrust bij patiënten met COPD. Andere variabelen, zoals postuur, de mate van activiteit overdag en longfunctie vertonen geen relatie met de nachtrust. Zelfs patiënten die 's nachts veel bewegen slapen niet slechter dan hun tegenhangers die rustiger liggen. Dat schrijven wetenschappers van de Universiteit van Groningen in Sleep and Breathing (2015; epub 4 maart).
Het is bekend dat patiënten met COPD slechter slapen dan gezonde mensen, en dat dit bijdraagt aan verlies van kwaliteit van leven. Om de oorzaak achter de slaapproblemen te achterhalen, rekruteerden Jorine hartman en collega's 103 patiënten met lichte tot ernstige COPD. Zij werden onderworpen aan allerlei testen waarbij longfunctie, sputumproductie, ademhalingsproblemen en postuur werden gemeten. Om de nachtelijke bewegingen van de patiënten te meten, kregen de patiënten een accelerometer aangemeten. Het apparaat registreerde niet alleen rolbewegingen tijdens het slapen, maar ook het aantal keren dat iemand uit bed ging. De bewegingstracker werd ook gebruikt om beweging overdag te meten. Vervolgens werd de slaapkwaliteit en de kwaliteit van leven bepaald met behulp van vragenlijsten.
Verrassend genoeg had alleen de sputumproductie een negatieve invloed op iemands zelfgeregistreerde slaapkwaliteit en daarmee ook op de kwaliteit van leven. Zelfs bij patiënten die regelmatig 's nachts uit bed gingen, werd de slaapkwaliteit niet per definitie minder. Omdat sputumproductie met medicijnen aan te pakken is, hopen de wetenschappers dat slaapproblemen hiermee wellicht verholpen kunnen worden. Dat willen ze verder gaan onderzoeken.
(Bron: Ned Tijdschr Geneeskd, 31 maart 2015)