× ABONNEREN

Tandheelkunde is meer dan samen zorgen

24 mei 2018 L. Vermeulen Geen reacties

Onlangs kwam ik wederom tot de ontdekking dat een tandheelkunde opleiding je nooit volledig kan voorbereiden op het werken als tandarts. Dat er momenten zijn dat je het soms gewoon even niet weet en dat je moet improviseren of op je gevoel moet afgaan. Dit klinkt natuurlijk weinig professioneel, maar het volgende verhaal zal verheldering geven op wat ik duidelijk probeer te maken.

Twee van mijn patiënten zijn dikke vriendinnen, ondanks dat ze zo’n 30 jaar in leeftijd verschillen. De oudste is 77 jaar en zit in een rolstoel. Haar rechterarm kan ze amper nog gebruiken maar links ‘doet het’ gelukkig nog prima. De jongere vrouw heeft een lichte verstandelijke beperking. Ieder bezoek van hen aan mijn praktijk is het prachtig om te zien hoe goed ze elkaar aanvullen. Vorig half jaar heb ik ze moeten missen vanwege mijn zwangerschapsverlof, maar onlangs zag ik ze weer voor controle. Zodra ik de behandelkamer binnen liep vroegen ze met een enorme glimlach hoe het met mijn kindje ging. Vol trots vertelde ik dat het perfect ging en stelde vervolgens de vraag hoe het met de dames ging. Direct betrok de sfeer in de behandelkamer. De jongere vrouw begon te vertellen dat haar vriendin ontzettend ziek was geweest en dat er onlangs was geconstateerd dat ze botkanker had. Nu was het wachten op het einde en niemand wist hoe lang dat zou duren. Ze hoopten over 2 weken nog samen een keer op vakantie te kunnen gaan. De oudere vrouw begon te schokken en met tranen die over haar wangen biggelden zei ze: “Ik geniet nog zo van het leven, ik wil helemaal nog niet dood! Ik ben er nog niet klaar voor”. Op mijn beurt voelde ik hoe mijn ogen nat werden. Ik was me rot geschrokken en wist even totaal niet wat ik moest doen of zeggen. Uiteindelijk deed ik wat ik in het leven buiten de praktijk ook zou doen. Ik stond op, sloot haar in mijn armen en fluisterde in haar oor: “Volgend halfjaar wil ik je gewoon weer bij de controle zien. Als je het nu belooft dan moet je wel”. Ze drukte me nog dichter tegen zich aan en bedankte me, terwijl we allebei wisten dat de kans heel klein zou zijn dat ze er de volgende keer bij zal zijn.

Nadat de vriendinnen waren vertrokken, nam ik even wat tijd voor mezelf en terwijl ik mijn gedachten op een rijtje zette besefte ik me dat deze vrouw vrijwel niets meer zelf kon. Elke dag werd ze in haar rolstoel gehesen en kon ze slechts één arm gebruiken. Toch wilde ze leven en ze genoot van het leven. Het was even een enorme realiteitscheck die aangaf hoe verwend ik ben met mijn leven.

(Lisa Vermeulen, tandarts)

Winkelmandje

Er zitten geen programma's in het winkelmandje