Use it or lose it: dat vertellen botcellen
Afscheidscollege prof. dr. Jenneke Klein Nulend
Onder de titel ‘Use it or lose it: dat vertellen botcellen’ hield Jenneke Klein Nulend, hoogleraar Orale Celbiologie aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam, op 17 mei 2024 haar afscheidscollege. Tijdens dit college blikte zij terug op haar carrière waarin zij gedurende 4 decennia onderzoek aan botcellen heeft verricht en door multidisciplinaire samenwerking heeft getracht klinische vraagstukken te vertalen naar celbiologische processen.
Botweefsel is in de tandheelkunde cruciaal omdat veel klinische problemen hieraan gerelateerd zijn. Bot is een dynamisch weefsel, waarbij groei en afbraak met elkaar in evenwicht dienen te zijn. Indien bot niet of onvoldoende mechanisch belast wordt, zal de afbraak overheersen; dit betekent dat botcellen mechanische stimuli moeten kunnen detecteren. In het onderzoek van Klein Nulend heeft de osteocyt centraal gestaan. Deze botcel heeft een belangrijke coördinerende functie tussen de botaanmaak door osteoblasten en botafbraak door osteoclasten. De grootte en richting van de mechanische belasting van het kaakbot beïnvloedt de vorm en oriëntatie van de osteocyt en door het afgeven van signaalstoffen kunnen zij de botvorming reguleren. Zo stimuleert afgifte van prostaglandinen door osteocyten botafbraak, terwijl afgifte van stikstofmonoxide de botafbraak vermindert.
Prof. dr. Jenneke Klein Nulend
Deze inzichten zijn volgens Klein Nulend niet alleen van belang voor de tandheelkunde, maar ook voor orthopeden en mka-chirurgen. Zo zal in een edentate bovenkaak door gebrek aan belasting het botvolume afnemen en de neusbijholte toenemen. Voordat implantaten geplaatst kunnen worden zal door middel van een sinusbodemelevatie eerst herstel van botmassa moeten plaatsvinden, bijvoorbeeld met behulp van calciumfosfaat. Maar zonder toevoeging van levende cellen leidt dat tot een langere duur van botvorming en bot van mindere kwaliteit. Samen met mka-chirurgen heeft Klein Nulend daarom de toevoeging van stamcellen aan calciumfosfaat onderzocht. Deze stamcellen worden uit buikvet geïsoleerd en dragen bij aan een betere kwaliteit van het bot, waardoor de kans op succesvolle plaatsing van implantaten toeneemt. Klein Nulend wees erop dat deze klinische toepassing veilig is, aangezien 10 jaar na behandeling bij patiënten geen afwijkingen of ziekten zijn waargenomen. Zij voorziet dan ook een grote toekomst voor dergelijke bone tissue engineering.
dr. Henk S. Brand, redacteur