Veel cariës in gebit van Rotterdamse jeugd
Uit het Generation R onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam blijkt dat het met de mondgezondheid van Rotterdamse kinderen slecht is gesteld. De resultaten zijn gebaseerd op vragenlijsten van de ouders en ruim 4.000 gebitsfoto’s van 6-jarige Rotterdamse kinderen. “Wij hebben van 7 etnische groepen in Rotterdam in kaart gebracht hoe het gesteld is met de mondgezondheid. Daaruit blijkt dat meer dan 20% van de Nederlandse kinderen al op 6-jarige leeftijd 1 of meerdere gaatjes heeft. Ten opzichte van hen kwamen 1 of meer gaatjes 1,5 keer vaker voor onder Surinaams-Hindoestaanse kinderen en 3 keer vaker onder Turkse en Marokkaanse kinderen. Ook van de andere onderzochte kinderen van Surinaams-Creoolse en Kaapverdiaanse afkomst heeft 1 op de 3 kinderen een slechter gebit dan de Nederlandse kinderen”, aldus onderzoeker Justin van der Tas.
Dit onderzoek is een eerste aanzet om beter in te kunnen spelen op de mondzorg die deze allochtone kinderen nodig hebben. Om gebitsproblemen te voorkomen, is het van belang om te weten waarom zij een hoger cariësrisico hebben dan hun Nederlandse leeftijdsgenootjes. Prof. dr. Eppo Wolvius: “Bekend is dat opleidingsniveau van moeder en inkomen van de ouders meespelen bij de gezondheid van kinderen. Toch verklaart deze sociale ongelijkheid maar een deel en blijven de grote etnische verschillen, waarvan wij denken dat ze ook spelen in andere grote Nederlandse steden, bestaan als we deze factor meewegen. Wij vermoeden dat het voedingspatroon met vaak veel zoetigheid een rol speelt, vooral bij Turkse en Marokkaanse kinderen. Maar of dit ook echt zo is, moet blijken uit vervolgonderzoek.”
De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in Caries Res (2016; 50: 489-497).
(Bron: Erasmus MC, 5 september 2016)