Verbod permanente rimpelvullers voor cosmetische toepassing
Sinds 1 januari 2015 gelden nieuwe wettelijke regels voor het toepassen van permanente rimpelvullers (fillers). Het toepassen van permanente fillers is alleen toegestaan voor medische reconstructieve doeleinden. Andere toepassingen, bijvoorbeeld voor cosmetische doeleinden, zijn verboden. Dit is vastgelegd in artikel 16a van het Besluit medische hulpmiddelen (Bmh).
Permanente fillers zijn niet oplosbaar. Dit brengt extra risico’s met zich mee. De moleculen in de filler zijn zo gevormd, dat het lichaam deze vrijwel niet kan afbreken. Wanneer er te veel of op de verkeerde plaats is ingespoten, is dit niet of nauwelijks te herstellen. Ook overgevoeligheid voor het middel is risicovol en kan leiden tot slecht te behandelen complicaties. Voorbeelden hiervan zijn terugkerende ontstekingen en granuloomvorming.
De slecht te behandelen complicaties waren voor plastisch chirurgen de aanleiding om met elkaar af te spreken om permanente fillers niet meer voor cosmetische doeleinden te gebruiken. Als gevolg van deze afspraak wordt er in Nederland sinds 2006 nauwelijks gebruik gemaakt van permanente fillers. De wetswijziging op het toepassen van permanente fillers sluit dus aan op eerder afgesproken beleid.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) houdt toezicht op het naleven van de Wet op de medische hulpmiddelen (Wmh) en het Besluit medische hulpmiddelen. Wanneer een in het BIG-register ingeschreven behandelaar zich niet aan de geldende regels houdt, kan de IGZ deze behandelaar onderwerpen aan tuchtrechtspraak. Daarnaast is de minister van VWS bevoegd om direct een bestuurlijke boete op te leggen.
(Bron: Inspectie voor de Gezondheidszorg, 13 februari 2015)